64
20 december 1974
het hierbij voor ogen heeft.
Konkluderende meent spreker dat het van een verstandig beleid zou ge-
tuigen alsde raad het voorstel met betrekking tot de rioolrechten
voor gebruikers zou aanvaarden, rekening houdende met de door het col-
lege gedane toezegging dat deze zaak opnieuw aan de orde zal komen zo-
dra alle informatie bekend is, met als uitgangspunt: in totaal qeen
hogere belasting.
Wethouder Van Drooqe merkt op dat de heer De Ruiter heeft gesteld
dat enerzijds de invoering van een rioolrecht voor de gebruikers wordt
voorgesteld en dat anderzijds de rente van de reserves niet meer ten
goede komt van de gewone dienst van de begroting, maar is toegevoegd
aan de reserves en dat men dus inkomstenbronnen aanboort ten behoeve
van het vormen van een spaarpot. De heer De Ruiter heeft tussen deze
twee elementen verband gelegd en zijn betoog dus enerzijds voorname-
njk gebaseerd op de ruimte in de begroting en anderzijds op het toe-
voegen van de rente aan de reserves.
Spreker zegt dat de totale raming op de post voor onvoorziene uitqaven,
zoals die in de begroting voorkomt, f 742.285,- bedraagt. Vandaag wor-
den aan de raad tevens voorgelegd de eerste wijziqingen van de beqro-
ting voor 1975, en als men ziet dat het bedrag van f 742.285 in-
middels door deze wijzigingen, nog voordat het begrotingsjaar is aan-
gevanqen, al is teruggebracht tot f 485.000,-, dan meent sprekerdat
er van die ruimte betrekke.1 ijk weinig is overgebleven: dit betekent
namelijk een verschil van f 256.000,- dat in'éën vergaderinq naar
voien komt, en waaruit blijkt dat een derqelijk groot bedrag snel weg
kan slinken. Vanmorgen zijn er nog ënkele desiderata naar voren ge-
brachtzoals de intensivering van de lekbestrijding van het gas'-
zoals ^ekenu kcmt de winst van het gasbedrijf ten goede aan de gewone
a i mb w y^.n de Q^^rï^sbéQroting; dus dat zal de gsmeentobeqrotirïq
ongunstig beinvloeden -. Verder is gevraagd om een uitbreidinq van
de service voor het onderhoud van de installaties, terwijl gisteren
al îs gesproken over de "doetaken" van het gewest, die ongetwijfeld
ever.eens zwaardere lasten voor de gemeente met zich zuilen brengen.
ten en ander is ook kort verraeld in het antwcord op vraag 21, waar
eeri opsomming wordt gegeven wat op dit punt te verwachten is.
Spreker heeft gisteren reeds gesteld dat er van een totale lâsten-
verzwaring geen sprake is. Hij verwijst in deze naar het overzicht
op bladzijde 30 van de memorie van antwoord. Spreker heeft daarin
ook de 550 woningen, die nog gereed komen, betrokken waardoor het
verschil dat er dan nog bestaat in de totaalsommen van deze op-
brengsten wordt teniet gedaan. De heer De Ruiter heeft daarop ge-
antwoord dat er niettemin toch een-lastenverzwaring bestaat voor de
gebruikers van onroerend goed. Dat kan men natuurl'ijk wel zeggen,
maar spreker meent dat tegenover die verhoging van de lasten een
verlaging staat. Dat kan niet anders als het totaalbedrag onqeveer
OP hetzeifde neerkomt. De heer De Ruiter laat het licht dus wel
zeer eenzijdig vallen op de verhoging. In dit verband wil spreker
releveren dat de heer De Ruiter, toen vorig jaar de invoerinq van
de onroerend-goedbelasting aan de raad werd voorgeleqd, gepleit
neeft voor een verhoging van de rechten voor de gebruikers. Hii
vond namelijk de f 3,-- per f 1.000,— economische waarde te laaq
en wilde die opgevoerd zien tot f 3,30.