rrr mz ,j?lr?Är^v.'ntdb.tî?{
stsM Ä-^aï-ÄJ:
20 december 1974
65
S?d"eheêï De Ruiter eorii jaw bereid was om aao de gebruilers op
te leggen.
De heer De Ruiter zegt dat het toen ging om een kwestie van het
herstel1en vän het evenwicht van de belasting voor de zakelijk ge-
rechtigden en de gebruikers, zoals die in het verleden was gehan-
teerd. Daarop voortbordurend was spreker tot het voors e g
Wethouder Van Drooge wil dat wel aannemen, maar hetcoliegestelt
hoeft Hp hppr De Ruiter de verhouding van 15 12 in acnt wine
nemen- 15% van de opbrengst financiële verhouding en 12% voor zake-
lijk gerechtigden en voor gebruikers. Spreker vaU Je heer De
Ruiter daarop in het qeheel niet aan, maar meent dat de heer De
Ru ter met even weiniq recht in dit verband het colleqe aanvalt
Spreker konstateert dlt sowel de beer »e Ruiter ,is spr. er
deze zaken in hun inderling verband zien. De heer De Ruiter nee.t
vorig jaar iets willen doen voor de zakelijk gerechtigden en daar-
eÄnb;ÄikSreSSdir^lîIombd^::e-in verband en meent
dat zîj beiden in hSn totaliteit oP.hetzelfde niveau 1 jven zitten.
hetgeen dus ook in de conceptie vomg jaar van de heer De Ruitar zo
Wat'betreft de rente van de reserves zegt
van de rente over de reserves-aan de reserves zeif, dit jaar
zo maar uit de lucht is komen valien, maar dat.dit verlangen a j
al bii het college heeft geleefd. Dankzij de bijzonder sterke v
hoging van de uitkering uit het gemeentefonds werd zulks dit jaar
moae"iik maar het is niet zo dat het college eerst een voors.el
tot verhôging van de rioolrechten heeft gedaan.om dn. ue
maken. Toen vorig jaar de rioolrechten ,werdeneSe^ toe-
zakeliik qerechtiqden op onroerend goed werd door het coi>ege t
qezeqd dat - want het was een wat eenzijdig voorstel om al een de
zakelük qerechtigden in de rioolrechten te betreKken - volgend
iaar ook de qebruikers zouden worden belast. Dat îs dus.geen \oor-
stel om extra inkomsten te krijgen, maar om een toezegging i.e rea
liseren die voriq jaar aan de raad is gedaan.
In het antwoord op vraag 57 heeft men kunnen zien welke ™^e^
ten grondsl ag liggen aan de toevoegmg van de rente aan de reserv
Het meest dwinqende arqument voor deze strategie îs, dat wanneer
onverhoopt de gemeente in financiëie moeilijkheden zou komendoor
welke omstandigheden dan ook, en.zij over.^e^e^îkZk°nmedaJ meteen
dan al mocht hebben teger, die t!jd, zou wilion beschikken datmeteen
invloed heeft op de gewone dienst, omdat door te beschikken over ae
reserve de inkomsten'aan rente verminderen. De gemeente wordw dus
enerzijds gedwongen om door de nood der tijden over de reserve te
beschikken terwijl ze anderzijds dan weer wordt gedwongen om bij
een dalend'inkomstenpen de ink-sten extn. te eenhos.n - het
renteverlies te kunnen opvangen. Sprexer meent dat dic een van