^■1 20 december 1974 67 ringen, omdat men dan inderdaad kan bekijken wat voor kapitaallasten men in zijn totaliteit voor volgende jaren zal hebben. Wethouder Van Drooge merkt nog op dat de heerJager ook de s^aat III heeft qenöemd. Indërdaad kunnen de kapitaaluitgaven, zo zegt spre- ker die na 1 juli komen niet voor november worden bekeken, omdat dan de begroting in druk is verschenen. De kapitaaluitgaven die dus na 1 julï komen, drukken op de post voor ™rzlen%ul^a^ Va" J'J5* Spreker wil hiermede aantonen dat het bedrag van f 485.000, dat op dit moment voor het hele jaar is overgebleven, met bepaaid op losse Spreker meent^aardi^hand van het voorgaande te hebben aangetoond dat men dit niet doet er van een verlaging m de belastingheffmg sprake Soreker acht het bepaald ongewenst om in deze tijd tot een belasting- verlaging te komen en daardoor eventueel gedwongen te worden een grote sprong te maken in een volgend jaar. De heer De Ruiter zegt dat het antwoord van de wethouder hem niet aeheel heeft bevredigd. Hij meent dat de wethouder langs de ker van de 5aak is heengegaan. Spreker heeft geen behoefte aaneerher- haling van de discussie over de onroerend-goedbelastmg uit het ver leden evenmin over de invoering van rioolrechten voor zakelijk ge rechtigden. Het gaat spreker om de vraag waarom men eenJ.a^en - zwarinq invoert op een moment dat die met nodig is. Daar neet%ae aunste van de gewone dienst te doen komen, waardoor de begrotmgspost 07 051 wordt verhoogd met deze rente en b. met mvoering van het riôolrecht op de heffing van gebruikers van gebouwde engendommen, waardoor de begrotingspost 06.031 met f 143.000,- wordt verlaagd. De voorzitter konstateert dat het voorstel voldoende wordt onder- steund'en dus verder punt van bespreking kan uitmaken. De heer Jager zegt dat in absolute zin gesproken er inderdaad geen sprake is varTiin lastenverzwaring. Aan de andere kant is er relat aezien wel SDrake van een lastenverzwarmg, zodra men onnod g een bepaalde heffing gaat invoeren. Zowel de heer Van der Wal als e w houder hebben ook qewezen op de kwestie van de gelîjkmatigheid va het beleidSpreker wijst er dan op dat hij door de motrvermg van de wethouder met betrekking tot de kwestie van de post onvoorzien met overtuiqd is en dat er voldoende ruimte zit voor het opvangen van belangrijke zaken. Spreker is ervan overtuigd dat zal blijken dat de rekeninq van het jaar 1975 een belangrijk overschot vertoont. Dat betekent dat als men in de loop van 1975 tot meuwe za£en zou wülen besluiten die nog op de begrotmg voor_1975 zouden moete drukken, daar nog voldoende ruimte voor is. Hij wijst erop dat met

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1974 | | pagina 67