XXXII. Begrotingswijziqingen.
De voorzitter deelt mede dat de commissie voor de gemeentefinanciën
zicn met de wijzigingen kan verenigen. Ten aanzien van de wijziging
model D, nr. 12 van 1975 heeft de commissie geadviseerd: "Met dit ont-
werp kunnen wij ons verenigen en wij adviseren u daarom om de raad voor
te stellen dienovereenkomstig te besluiten, enkele leden waren van me-
ning dat de kosten geaktiveerd dan wei in 50 jaar afgeschreven behoren
te worden."
Waar het de heer De Ruiter bij deze begrotingswijziging in het bij-
zonder om gaat is de vraag: iïoe worden de kosten behorend bij een ge-
bouw afgeschreven? Het college stelt voor om de kosten van het ontwerp
van een schoolgebouw af te schrijven in 5 jaar, terwijl het gebouw
zelf als het tot stand komt een veel langere afschrijvingstermijn zal
hebben. Spreker meent dat het een ordelijke zaak is als men alle kos-
ten die behoren tot de stichting van een gebouw, op dezelfde termijn
afschrijft als waarop men het gebouw zeif ook afschrijft. De opmerking
dat men niet kan voorzien wanneer het gebouw zelf gesticht wordt, is
in zoverre niet helemaal terzake omdat het uiterst arbitrair is om uit
te maken wanneer men dat wel en wanneer men dat niet kan weten. Er is
een veelheid van voorbeelden van gebouwen bekend waarvan het ontwer-
penin een belangrijk vroeger stadium piaatsvond dan de realisatie van
het gebouw zelf, zonder dat de ontwerp-kosten op een andere termijn
werden afgeschreven. Daarom is de vraag van enkele leden van de com-
missie voor de gemeentefinanciën, en is ook de vraag van sprekers
fractie, waarom deze wijze van afschrijven is gekozen, terwijl het
heel normaal zou zijn om de kosten van afschrijving verbonden aan het
ontwerpen van een schoolgebouw dezelfde termijn te geven als die van
het schoolgebouw zelf.
De heer Jager merkt op dat de vragen die de heer De Ruiter naar
voren heeft gebracht, ook bij zijn fractie leven. Hij wacht gaarne
het antwoord van het college af alvorens een definitief standpunt te
bepalen.
Wethouder Van Drooge zegt dat deze kwestie gisteren in de vergade-
ring van het college hëeft gespeeld en dat de leden van het college
tot de eenparige konklusie zijn gekomen dat het een moeilijke zaak is
om de suggestie, zoais door de heer De Ruiter naar voren gebracht, te
gaan toepassen. Op de vraag van de heer De Ruiter waarom de ontwerp-
kosten niet in dezelfde termijn en tegelijk met de bouwkosten v/orden
afgeschreven, merkt spreker op dat het ontwerp waarschijnlijk geruime
tijd aan de bouw vooraf gaat; van een paraliel lopen van beide kapi-
taaluitgaven wat afschrijving betreft, kan in deze dus geen sorake
zijn. Het college meent daarom, waar naar alle waarschijnlijkheid
kan worden aangenomen dat er geruime tijd zal veriopen tussen het ver-
vaardigen van het ontwerp en het verlenen van het krediet voor de
bouwkosten, dat in deze de in het algemeen gevolgde gedragslijn dient
te worden gevolgd volgens welke dergelijke plannen in de gebruikelijke
termijn van 5 jaar worden afgeschreven.
De heer De Ruiter heeft gevraagd waaruit die gebruikeiijke gedrags-
lijn nu blijkt, waar men normaal de gedragslijn volgt de aan een ge-
bouw verbonden kosten op dezelfde termijn af te schrijven als het ge-
bouw zelf. Ook in de commissie voor de financiën is overwogen dat er
14
30 januari 1975
