4
30 januari 1975
27. Schrijven van "aktie dorp van vrede" inzake de revalidatie van
gewonde kinderen uit Zuid-Viëtnam.
Overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders worden
de stukken, vermeld onder de punten 1 t/m 27, zonder hoofdelijke
stemming voor kennisgeving aangenomen.
28. Schrijven van burgemeester en wethouders over het verstrekken
van inlichtingen uit het bevolkingsregister.
De voorzitter stelt hierbij tevens aan de orde:
XXX. 7e wijziging legesverordening (volgnr. 29)
De voorzitter deelt mede dat de commissie voor de gemeente-
financlën zich met het voorstel kan verenigen.
De heer Van Emmerik dankt het college voor het uitvoerige ant-
woord op zijn vragen. De vragen waren ingegeven door het bewustzijn
dat niet alleen bij spreker of bij zijn fractie, maar, zoals hij
aanneemt, ook bij andere leden in deze raad leeft, dat de eigen
levenssfeer van de mens zo'n voortreffelijk goed is, dat men'er
eigenlijk voortdurend op bedacht moet zijn om elke onnodige in-
breuk daarop te voorkomen. En zeker als het zoals hier gaat om
hét massaal verstrekken van inlichtingen uit het bevolkingsregister
en uit de burgerlijke stand.
In navolging van de desbetreffende wetgeving maakt de brief van het
college onderscheid tussen de inlichtingen die niet en de inlich-
tingen die wel geweigerd kunnen worden. De eerste zijn inlichtingen
ten dienst van ambtelijke doeleinden ter uitvoering van wettelijke
bepalingen en inlichtingen die met het oog op de geestelijke zorg
gevraagd worden door kerkgenootschappen enzovoort. De rest, in-
lichtingen voor niet-ambtelijke en voor commerciële doeleinden,
kunnen wel en zonder opgave van redenen geweigerd worden. Spreker
vraagt of het college bewust bepaalde criteria aanlegt bij de be-
oordeling van wat wel en wat niet kan, en welke criteria dat zijn.
De voorbeelden die het college in zijn brief noemt geven wel enige
indikatie, maar geen volstrekte duidelijkheidHet college geeft
in zijn brief als eerste voorbeeld, dat door de spaarbanken een op-
gave wordt gevraagd van namen en adressen van personen; blijkens de
statuten beogen deze banken met de ingelegde tegoeden geen winst-
oogmerk; zij worden niet als handelsbank aangemerkt. Spreker zegt
dat dit in het verleden iets duidelijker lag. De moderne spaarbank
breidt zijn aktiviteiten ook steeds meer uit in de richting van
het terrein waarop traditioneel de handelsbanken zich bewegen.
Omgekeerd vindt eenzelfde proces plaats. De afstand tussen deze
banken wordt dus minder groot en daarom vindt zijn fractie de re-
denering van het college in deze situatie als motivering wat min-
der vanzelfsprekend
In het derde voorbeeld van het college worden de inlichtingen ver-
meld voor de Kruisverenigingen en de Heemsteedse Kunstkring. De
gegeven motivering, dat deze verenigingen een gerechtvaardigd,
niet commercieel doel als bedoeld in artikel 92, lid 2, van het
Besluit Bevolkingsboekhouding beogen, roept bij spreker de vraag
op of dit gevallen zijn waarin meer inlichtingen dan de gebruike-
lijke gegeven worden,. Spreker wijst op artikel 92, lid 1, dat