13 maart 1975 46 zo opgevat mag worden, dan zou hij zich kunnen vinden op het standpunt, dat aan de bescherming van de woonbuurten als nummer één voorrang zou moeten worden gegeven, maar dat dit z6 zal moeten worden begrepen dat C2 en D1 vrijwel gelijk zijn en er dus eigenlijk alleen maar nuance- verschillen bestaan. Als men nu C2 eruit gaat lichten en men daarbij moet bedenken dat dat als een extreem punt is te beschouwen, dat dus kost wat kost, met min of meer voorbijzien van de andere prioriteiten, de woonbuurten tegen overlast beschermd moeten worden, dan komt naar zijn mening punt D1 teveel in het gedrang. Dan zou hij er moeite mee hebben om C2 op de eerste plaats te stellen. Het zou dan heel goed mo- gelijk zijn dat spreker bij nader beraad D1 de voorkeur zou geven bo- ven C2. Spreker ziet eigenlijk de vijf punten als een pakket van "im grossen" drie. Hij vindt dat C2 en D1 bij elkaar genomen moeten worden, dat E1 en F1 eigenlijk één pakket zijn en dat H2 in feite ook als een aparte prioriteit beschouwd moet worden. En wanneer men zo gaat redeneren, dan komt men tot een iets andere uitkomst dan wanneer men stelt dat C2 op de eerste plaats komt en H2 op de laatste plaats. Daar zit een grote ruimte tussen, terwijl dat in beginsel niet de be- doeling is. De voorzitter merkt op dat de raad vanavond is geroepen om de ont- werper m staat te stellen zinvol de keuzen van de raad uit te werken, en niet met zo'nhoeveelheid van ontwerpen te komen dat noch insprekers noch de burgerij in zijn totaliteit iets kan terugvinden van datgene waarovarmenzich in soms vrij ongenuanceerde bewoordingen-- dat mag al- lemaal in deze fase - heeft uitgelaten t.a.v.de inricbting van het cen- trum. Spreker meent dat de vraag van de heer Reeringh hierop neerkomt, of de raad van die volgorde van belangrijkheid enigszins bevrijd kan worden. Spreker moet die vraag ontkennend beantwoorden. Die vragen kunnen niet ingetrokken worden omdat wij er met z'n allen behoefte aan hebben om straks ontwerpen te zien. De raad legt zich vanavond in deze fase niet in die zin vast, dat men in de tweede fase, bij het uitwer- ken van het ontwerp, niet meer zou mogen stellen dat men bij het zien van de konsekwenties van de rangorde, tot een andersoortige visie is gekomen. Want de opdracht is namelijk dat datgene gevisualiseerd zal worden waaraan men in eerste ihstantie hogere prioriteiten heeft ge- geven. Een prioriteit is op zich een uitspraak dat men het ene belang- rijker acht dan het andere in de opdracht aan de ontwerper,- Blijkt straks uit de schetsen dat voor de raad bepaalde konsekwenties te ver gaan, eventueel zelfs niet gewild zijn, dan is elke fractie en elk lid van de raad vrij om daarin een bijsturende beslissing te gaan nemen. Spreker meent dat voorkomen moet worden dat de ontwerper straks naar huis gaat met de opdracht dat de raad wel een êén geeft aan C2, maar dat de raad bedoelt dat dit eigenlijk een soort nevenschikking is. Hij gelooft dat men de ontwerper dan in feite tot een te moeilijke en voor hem niet werkbare situatie gaat verleiden. De heer Rücker zegt dat de grote moeilijkheid in dit gehele komplex, waar we nu over te beslissen hebben, deze is, dat zijn fractie zowel de winkelier als de bewoners de mogelijkheid wil bieden aan hun opti- male kansen te komen. De winkelier uiteraard ten aanzien van zijn com- merciële kant en de bewoners ten aanzien van hun woongenot. Op een ge- geven moment moet men echter toch naar een grootste gemene deler toe

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1975 | | pagina 3