S1
24 april 1975
vanavond, naar sprekers oordeeldoor de verschillende sprekers vol-
doende naar voren gebracht.
Uit het gesprokene is duidelijk geworden dat het bij geen der spre-
kers aan waardering ontbreekt voor het werk dat Release verricht.
Ook hebben alle sprekers erkend dat Release niet altijd de wettelij-
ke normen in acht neemt, en het is op dit laatste punt dat eigenlijk
de verdeeldheid ontstaat en men de grenzen legt voor zijn voor- of
tegenstem.
Spreker acht het weinig zinvol om alle sprekers punt voor punt te be-
antwoorden. Evenmin zinvol vindt hij het geven van een persoonlijke
motivering; die kan uit het voorstel worden afgeleid. Overigens heeft
spreker het gevoel dat men elkaar toch niet zal kunnen overtuigen.
De meerderheid van het college vindt het punt, dat Release niet steeds
wettige middelen nastreeft, onoverkomelijk, en zij meent dat men als
overheid niet een subsidie kan verlenen aan instellingen die niet steeds
binnen de normen van de wet blijven. Uit de citaten die door enkele spre-
kers zijn aangehaald blijkt, dat ae statuten en de praktijk bij Release
enigszins divergeren. In de statuten wordt gesteld dat men in geval van
een desertie de helpende hand wil bieden, maar anderzijds wordt, dat
blijkt uit de circulaire "dienstweigeren", het dienstweigeren bepaald
aangemoedigd, hetgeen, naar spreker meent, niet valt te ontkennen.
Naar aanleiding van de opmerking van mevrouw Diei dat het voorstel op
dezelfde wijze is gemotiveerd ais in 1971 en dat er sindsdien wel wat
is veranderd, merkt spreker op, dat de circulaire "dienstweigeren" in
1972 is verschenen, dus nadat de raad in 1971 tot een oordeelsvorming
was gekomen. Mevrouw Diel heeft er voorts op gewezen dat het horizontaal
beleid een bijzonder goede werking heeft. Spreker meent echter dat uit
het jaarverslag blijkt dat het eiger.lijk niet werkbaar is, omaat het
veel te moeilîjk blijkt dat iedereen een gelijke inbreng heeft.
De heer Reeringh zegt dat hîj, gezien de wijze waarop zijn fractie
over deze materie heeft gediskussiëerd, waarbij na zeer ampel beraad is
getracht te komen tot c-en noemer waarop allen zich zouden kur.nen vinden,
zich ervoor heeft opengesteld om, naar aanleiding van wat vanavond naar
voren zou worden gebracht, na te gaan of er in zijn fractie leden zouden
zijn Uie hun mening wilden herzien. Spreker meent te kunnen zeggen dat
zich in de standpuntbepaling geen wijzîgîng heeft voorgedaan.
Spreker handhaaft de kritiek op de wijze waarop net coilege heeft ge-
meend zijn nota te moeten inkleden, en hij vindt niet dat het aangaat
zich op het standpunt te stellen dat raen ervan afstapt om alle heersen-
de meningen weer te qeven, en daarom de nota dan maar zo beknopt moge-
lijk te houden. Spreker acht deze zaak van zodanig zwaar maatschappelijk
belang dat in het voorstel aan de Dunten zowel in positieve zin, die
dus vöör Release pleiten, als in negatieve zin, een zwaardere argumen-
tatie had kunnen wcrden gegeven.
Spreker merkt op dat mevrouw Diel heeft gesteld dat uit de formulering
van het college, dat de cverheid slecnts tot subsidie mag overgaan als
de betrokken instelIing wettige doeleinden nastreeft met wettige midde-
len a concrario zou kunnen worden afgeleid dat Release zich niet met
wettiae middelen -bezighoudt. Spreker gelooft dat dit een te sterke inter-
pretatie van het college-standpunt is. Zowel de heer De Ruiter als de
heer Rücker hebben naar voren gebracht dat aan Release zich buiten de
wet bevindende aspecten zitten. Een belangrijk punt dat mevrouw Diel
naar yoren bracht leek spreker dat voorstelbaar en tcelaatbaar zou moe-
ten zijn dat, gezier, de misstanden die op sociaal terrein bestaan, men
tot akties kan komen dîe de ivette 1 ijke grenzen overschrijden. Spreker
ontzegt Release dat rechc allerminst. De vraag is alleen, en die wordt
met wat mevrouw Diel stelt niet beantwoordt, of men nu aan zo'n înstel-