81
werd met het opstellen van een bestemmingsplan en van een bouwplan.
Wij hebben daarbij de voorwaarde gesteld dat ongeveer de helft van de
te bouwen woningen zal worden gerealiseerd in de premiesectorde
andere helft zou dan als ongesubsidieerde woningen gesticht kunnen
worden. Een en ander is in overeenstemming met de door uw Raad in
december 1964 aanvaarde verdeelsleutel
De hoge grondkosten maken het helaas onmogelijk woningwetwoningen te
bouwen.
Voor een verdere toelichting op het ontwerp-plan verwijzen wij naar
bijgevoegde stukken.
Omtrent het ontwerp-bestemmingsplan is overeenkomstig artikel 8 van
het Besluit op de Ruimtelijke Ordening overleg gepleegd met:
1. de Provinciale Planologische Dienst van Noord-Holland;
2. de Inspecteur van de Ruimtelijke Ordening in Noord-Holland en
Utrecht;
3. het Gemeentebestuur Haarlemmermeer;
4. het Dagelijks bestuur van het Gewest Kennemerland;
5. de Eerstaanwezend-Ingenieur der Genie;
6. de Rijksconsulent voor Handel, Ambacht en Diensten in de provincie
Noord-Hol1and
7. het Hoogheemraadschap van Rijnland;
8. de Hoofdingenieur-Directeur van de Rijkswaterstaat, directie
Noord-Holland
9. De Directie van de N.V. Nederlandse Spoorwegen;
10.De Kamer van Koophar.del en Fabrieken voor Haarlem en Omstreken.
Geen reactie werd ontvangen van de onder 2, 3, 4, 8 en 10 genoemde
personen en instanties.
De Provinciale Planologische Dienst heeft zich - nadat aan enkele wen-
sen was voldaan - met het ontwerp verenigd.
De onder 5 en 6 genoemde functionarissen kunnen zich eveneens met het
ontwerp verenigen.
Het overleg met het Hoogheemraadschap is nog niet geheel afgesloten,
doch op grond van de conclusies van de laatste bespreking mag worden
aangenomen dat ook deze instantie zich akkoord zal verklaren^met het
plan.
De Kamer van Koophandel en Fabrieken heeft o.m. opgemerkt dat het niet
-2-
4e afd.
28 augustus 1975