81
Heemstede en Haarlem, is het comité van mening dat de uitgangen van
Glip I en "Merlenhoven" gecombineerd dienen te worden. De zuidelijke
planuitgang kan, mits goed beveiligd en gemarkeerd, als gemeenschap-
pelijke in- en uitvalsmogelijkheid dienen.
Verder wordt betoogd dat het maximale verkeersaanbod op de Glipper
Dreef optreedt wanneer de meeste, vooral jeugdige fietsers zich op
deze weg bevinden. Het ontbreken van een dwarsprofiel van de
Glipper Dreef ervaart het comité als een ernstig manco.
Het comité betreurt voorts dat het voetpad tussen de Dr. Schaepman-
laan en de Ringvaart niet aangesloten is op het voetpad langs de
Van Merlenvaart en de Ringvaart, zodat een veilige en een aantrek-
kelijke wandelroute langs het water had kunnen ontstaan.
d. Inzake de procedure en de bescheiden.
Het comité is van mening dat in de toelichting de beschouwing ont-
breekt inzake de voorgeschiedenis van het plan, m.d.v. dat niet is
vermeld welke bestemming(en) voor de ter inzagelegging ervan van
kracht waren.
üok ontbreken de resultaten van het onderzoek als bedoeld in ar-
tikel 7 van het besluit op de Ruimtelijke Ordening (Structuurplan-
visie, woningmarktonderzoek.en gegevens inzake de economische
uitvoerbaarheid)alsmede de resultaten van het overleg als bedoeld
in artikel 8 van bovengenoemd Besluit.
ad a. Het gebied maakt deel uit van de bebouwingsvrije zone langs de
Ringvaart welke zich uitstrekt vanaf de Schouwbroekerbrug in
zuidelijke richting tot aan de grens met de gemeente Bennebroek.
Deze zone zal volgens het huidige concept ter plaatse van
Glip I en Merlenhoven worden onderbroken door bebouwingen, het-
geen weinig ingrijpend kan worden genoemd. Voorts zijn eldêrs
in de gemeente open plekken aan te wijzen. Dat een uitbreiding
van het gemeentelijk woningbestand juist op deze plaats is gepro-
jecteerd, is logisch te noemen. Deze overgangszone van de binnen-
duinrand wordt ondermeer gekenmerkt door aaneengesloten lint-
achtige bebouwingen. Het is een vestigingspatroon dat ook elders
in Nederland voorkomt.
In het streekplan voor Zuid-Kennemerland is het terrein bestemd
tot woongebied met ruime bebouwing. Deze bestemming is als volgt
toegelicht:
"De dichtheid van de bebouwing dient zodanig te worden bepaald
als gelet op de eisen ten aanzien van bewoonbaarheid en verzor-
ging en de inpassing in het landschap gewenst is, mede gelet op
de omvang van de in de toekomst te huisvesten bevolking."
Het plan voldoet aan deze bepaling.
De openheid van de bebouwing kan trouwens niet altijd uitgedrukt
worden in een dichtheidscijferAls doelstelling heeft gegolden
dat de voorgestelde bebouwingen in belangrijke mate nog zouden
vallen in de categorie gesubsidieerde woningbouw. Het begrip
open bebouwing zal een andere inhoud moeten krijgen dan (half)_
vrijstaande woningen op min of meer ruime percelen. Het is van
essentieel belang dat er op vele plaatsen in het plan,vanuit de
woningen gezien, doorzichten en ruimtelijke relaties tot stand
komen.
De aansluiting aan de specifieke terreinvorm, bestaande beplan-
4e afd.
.28 augustus 1975