4e afd.
28 augustus 1975
81
II. DOELSTEILINGEIM EN UITGAIMGSPUNTEN
In het begin der werkzaamheden is door de gemeente in samenwerking met de
stedebouwkundige een aantal doelen opgesteld welke er als volgt uitzien:
Wonen
Woningen; het beschikken over een woningbestand dat:
een hoogwaardige kwaliteit biedt tegen verantwoorde prijzen;
een op de behoefte afgestemde differentiatie vertoont;
Woonomgeving; het beschikken over een hoogwaardig woonmilieu dat:
van menselijke schaal is;
variatie biedt;
herkenbaar is;
belevingswaarde heeft;
veilig is.
Recreatie
Het beschikken over mogelijkheden voor sport en spel en voor andere vormen van
ontspanning, zoveel mogelijk integraal opgenomen.
Infrastructuur en communicatie
Het beschikken over een goed functionerend systeem van wegen, straten en paden,
dat voldoet aan optimale veiligheid, oriëntatiemogelijkheid, aangepast afwikkelings-
niveau, vrije keuze van vervoerswijze en het vrij zijn van conflicten.
Het beschïkken over voldoende en doelmatige mogelijkheden voor transportsyste-
men voor goederen, energie, water en vuil.
Natuur en miiieu
Het beschikken over een verantwoord natuurlijk milieu (water, bodem, lucht).
De uitgangspunten van het plan zijn enerzijds van planologische aard en anderzijds
van topografische aard.
De planologische uitgangspunten hebben betrekking op reeds vaststaande gegevens
van lokale en bovenlokale aard alsmede op zeer waarschijnlijk te verwachten ontwik-
kelingen; het gaat met name om lokale en bovenlokale plannen en besluiten.
De topografische uitgangspunten hebben betrekking op de bestaande topografische
gegevens zoals waterstaatkundige toestand, aanwezige landschappelijke elementen,
bodemsamenstelling, bestaande bebouwing rondom het plangebied en de ontslui-
tingsmogelijkheden.
Behalve de voornoemde planologische en topografische uitgangspunten is door het
team bij het begin van de werkzaamheden een wensenpakket samengesteld voordit
woongebied.
In het algemeen is gestreefd naar handhaving van zoveel mogelijk attractieve elemen-
ten welke in het gebied aanwezig zijn; gedacht wordt hierbij aan onder meer boom-
groepen.
Uit overwegingen van civieltechnisch onderhoud bleek het niet mogelijk te zijn om
het bestaande, relatief lage maaiveld te handhaven; het bestaande terrein zal met
1.00 m zand worden opgehoogd, zodat bestaande waterlopen niet gehandhaafd kun-
nen worden. Maatregelen ter verkrijging van een goede bovengrond dienen dan wel te
worden genomen.
Uit overwegingen van verkeerstechnische aard, behorende bij de plannen terverbre-