4e afd.
28 augustus 1975
81
V. WONINGTYPEN
De gekozen woningtypen hebben onder andere als doel het scheppen van een geva-
rieerde en contrastrijke woonomgeving; de beoogde variaties en contrasten tussen
openbaar - privé, open - besloten en hoog laag zijn veelvuldig terug te vinden in de
toegepaste woningtypen en de aaneenschakeling van de woningen.
Globaal genomen kunnen de woningen naar verschijningsvorm en financieringswijze
in twee hoofdtypen worden onderscheiden:
De onderstaande tabel weergeeft deze verdeling en verdere onderverdeling:
soort
abs.
onderverdeling
aantagem. opp.
premie-
sector:
vrije
sector:
196 won. 45,1%
grote premiewoningen (5,5 VE)
112
157,3
m2/won.
kleine premiewoningen (4,5 VE)
84
150,4
m2/won.
grote 'puntwoningen'
102
191,6
m2/won.
231 won. 54,97«
kleine 'puntwoningen'
54
176,4
m2/won.
tussenwoningen
27
144.0
m2/won.
eindwoningen
48
218.8
m2/won.
427 won.
427"
De verdeling in twee hoofdtypen strekt zich tevens uit tot de wijze van aaneenscha-
keling van de woningtypen. Een cluster met premiewoningen wordt gevormd door
de opstelling van 2 rijen van elk 8 grotere premiewoningen en 12 kleinere
premiewoningen in 4 rijen van 3 woningen.
De bebouwingsstructuur van de premiewoningen geeft een besloten en tegen de wind
beschutte binnenhof met privé achtertuinen en een binnenterrein voor groenvoor-
ziening en/of speelgelegenheid. Het autoverkeer is volledig buiten deze structuur
gehouden, in de structuur is een voetpadenstelsel aangelegd, die vanuit de hoekpun-
ten van de cluster het binnengebied ontsluit.
Beide typen premiewoningen zijn uitgevoerd in twee lagen en zijn voorzien van een
erker over de beide lagen om aldus een verlevendiging van de voorgevels te bewerk-
stelligen, zie fig. 2, 3 en 4.
Aan de achterzijde van de woningen is een pannendak met dakkapellen geprojec-
teerd; het dak begint hier op een hoogte van ongeveer 2,5 m.
Door de asymetrische opbouw van de daklijn wordt het verschil tussen het openbaar
gebied en het meer besloten gebied verder geaccentueerd
In dit besloten gebied zorgt de plaatsing van de schuurtjes achter in de tuinen voor
een visueel scherm tussen het groengebied, speelterrein en de achtertuinen.
Het verkavelingsprincipe van de vrije sector woningen is het eenvoudigst te karaktise-
ren als een stelsel van kruisen die aan elkaar gekoppeld zijn. De aldus gevormde
binnengebieden zijn afwisselend in gebruik als autopleinen en voetgangersgebieden,
zie fig. 5, 6, 7 en 8.
De ingangszijde van de vrije sector woningen is geprojecteerd op de autopleinen, van
waaruit tevens de garages bereikbaar zijn, en de achterzijde van de woningen is
bereikbaar vanuit de voetgangershoven.
De woonkamers van de puntwoningen, genoemd naar de vorm van de woonkamers,
komen in het midden van de kruisen bij elkaar.
De vorm van de woonkamers van de puntwoningen maakt doorzicht onmogelijk, en
inkijk moeilijk; de privésfeer in de woonkamer is op deze wijze gegarandeerd, terwijl
uitzicht mogelijk is.
Op deze woonkamers liggen de dakterrassen, die vanuit de hal van de verdieping
bereikbaar zijn.
Tussen twee van deze puntwoningen is een tussenwoning geprojecteerd, die aile in
-35-