4e afd. 23 november 1975 133 op grond van een definitieve uitmeting of in verband met de verkave- ling. en/of situering blijkt dat aanpassing van het plan redelijk, gewenst of noodzakelijk is en de afwijking van zo ondergeschikte aard blijft, dat de structuur van het plan en de belangen van derden niet worden geschaad. 2. Een vrijstelling als bedoeld in lid 1 onder d wordt niet gegeven dan nadat de Raadscornmissie voor openbare werken en de Raadscommissie voor de Volkshuisvestingde Ruimtelijke Ordening en de Recreatie zijn ge- hoord en dan nadat belanghebbenden in de gelegenheid zijn gesteld daar- tegen schriftelijk bezwaren in te dienen. 3. Indien door belanghebbenden bezwaren ingediend zijn, kunnen burge- meester en wethouders slechts vrijstelling verlenen na ontvangst van een schriftelijke verklaring van geen bezwaar van Gedeputeerde Staten. Burgemeester en wethouders brengen de ingekomen bezwaarschriften schrif- telijk ter kennis van Gedeputeerde Staten. Art-lkel 5- Qyerschrijdln°; bestenmiriKsgrenzen. 1. De op de kaart aangegeven bestemmingsgrenzen mogen uitsluitend worden overschreden door: a. tot gebouwen behorenae stoepen, stoeptreden en funderingen; b: bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, standleidingen voor hemel- water, gevelversieringen, wanden van ventilatiekanalen en schoorstenen, indien de overschrijding niet meer dan 12 cm bedraagt; c. gevel- en kroonlijsten en overstekende daken, waarbij de overschrij- dinq niet meer dan 50 cm. bedraagt; d. goten en ondergrondse afvoerleidingen en inrichtingen voor de verzame- ling van water en rioolstoffen; e. hijsinrichtingen welke de bestemmingsgrens met niet meer dan 1.00 m kunnen overschrijden. 2. Voor zover de grens met ae bestemming verkeer wordt overschreden: a. is het aanbrengen van de in lid 1 onder a genoemde bouwwerken of delen van bouwwerken niet toegestaan; b. mogen de in lid 1 onder c genoemde bouwdelen niet lager worden aange- bracht dan 4.20 m boven een rijweg of boven een strook ter breedte van 1.50 m. langs een rijweg en dan 2.20 m boven een voetpad, voorzo- ver dit voetpad geen deel uitmaakt van de hierboven bedoelde strook; c. mogen de in lid 1 onder e genoemde constructies niet lager worden aan- gebracht dan 4.20 m boven de gronden met de bestemming verkeer. 3. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van het benaalde in lid 1 en lid 2 voor: a. overbouwingen ten dienste van de verbinding vao twee bouwwerken, mits de werken, wat de noogte boven de gronden met de bestenining verkeer betreft, voldoen aan het bepaalde onder e, sub 1 en 2, van dit lid; b. toegangen van bouwwerken, die de grens met de bestemming verkeer niet overschrijden; c. stoepen, stoeptreden en funderingen, die de grens met de bestemmirig verkeer overschrijden; d. plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, wanden van ventila- tiekanalen en schoorstenen, die de bestemmingsgrens met meer dan 12 cm. overschrijdendan wel die de grens met de bestemming verkeer overschrijden; -8-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1975 | | pagina 70