29 januari 1976
8
grond van het feit dat de gronden in dit plan in beginsel in aanmerking
zouden kunnen komen voor detailhandelsbedrijven (buiten de winkelge-
bieden)
Gedeputeerde Staten achten het laatste ongewenst en hebben verklaard
dat voor het onderhavige bestemmingspian een herziening wordt voor-
In overeenstemming met het vorenstaande is in het bestemmingsplan
Industrieterrein ten noorden van de Cruquiusweg (tekening no. 4.46T.2C
en bijbehorende voorschriften) de begrenzing van het industrieterrein
in noordoostelijke richting verlegd.
De volgens het plan van 1967 bestaande mogelijkheid om aan de Nijver-
heidsweg een dubbel woonhuis te bouwen is vervallen, aangezien die bouw
niet past in de plannen voor uitbreiding van bovenbedoeld bedrijf.
De tot het plan behorende voorschriften sluiten de mogelijkheid uit dat
gronden en opstallen worden gebruikt voor de uitoefening van detaii-
handel
Over het voorontwerp van het herzieningsplan' is overeenkomstig artikel
8 van het Besluit op de Ruimtelijke Ordening overleg gepleegd met:
1. de Provinciale Planologische Dienst;
2. de Rijksconsulent voor HandelAmbacht en Diensten in Noord-Holland;
3. Dijkgraaf en Hoogheemraden van Rijnland;
4. de Eerstaanwezend Ingenieur der Genie;
5. de Inspecteur van de Ruimtelijke Ordening in Utrecht en Noord-
Holland;
6. de Hoofdingenieur-directeur van de Rijkswaterstaat in de provincie
Noord-Holland,
Het ontwerp is naar aanleiding van de reacties van de Provinciale Plano-
logische Dienst en de Rijksconsulent voor HandelAmbacht en Diensten
enigszins gewijzigd;
de onder 3, 4 en 5 genoemde functionarissen hebben verklaard met het
ontwerp in te stemmen, terwijl van de onder 6 genoemde functionaris geen
antwoord is ontvangen.
bereid.
Behoort bij raadsbesluit van 29
De voorzitter
De'secretaris
4e afd.
