4e afd.
29 januari 1976
VASTSTELLING BESTEMMINGSPLAN VOOR GEDEELTE
DER GRONDEN TEN WESTEN VAN DE HERENWEG
9
Heemstede, 13 januari 1976.
Aan de Raad,
Gedurende de maand juli 1975 heeft ter gemeentesecretarie voor een ie-
der ter inzage gelegen het ontwerp van een bestemmingsplan voor een
gedeelte der gronden ten westen van de Herenweg (tussen de Rivierenwijk
en de Manpadslaan)
Dit ontwerp-plan heeft betrekking op drie naast elkaar gelegen, onbe-
bouwde kavels aan de Herenweg, met een gezamenlijke breedte van 120m.
Volgens het vigerende bestemmingsplan, vastgesteld bij raadsbesluit van
27 maart 1930, nr. 26, is aldaar de bouw van enkele woningen mogelijk.
Dit is niet in overeenstemming met het streekplan voor Zuid-Kennemerland,
dat voor alle gronden ten westen van het gedeelte Herenweg tussen de
Rivierenwijk en de Manpadslaan een agrarische bestemming aangeeft. Stede-
bouwkundig bezien is dit naar ons oordeel de beste bestemming, ook voor
wat betreft de onderhavige kavels. De open strook levert een welkome
onderbreking op van de bijna aaneengesloten lintbebouwing aan de west-
zijde van de Herenweg. De in het vigerende plan opgenomen bouwstrook is
daarom in het ontwerp-plan vervangen door een gebied met de bestemming
"agrarische doeleinden".
In het kader van het voorgeschreven vooroverleg is het ontwerp-plan toege-
zonden aan:
1. de Provinciale Planologische Dienst van Noord-Holland;
2. de Inspecteur van de Ruimtelijke Ordening in Noord-Holland en Utrecht;
3. de Eerstaanv/ezend Ingenieur der Genie;
4. de Rijksconsulent voor HandelAmbacht en Diensten in de provincie
Noord-Holland;
5. het Hoogheemraadschap van Rijnland;
6. de Hoofdingenieur-directeur voor de Landinrichting in de provincie
Noord-Holland;
7. de Gewestelijke Raad voor Noord-Holland van het Landbouwschap;
8. het Consulentschap voor de Tuinbouw;
-1-