4e afd. 26 februari 1976 30
g. het slopen;
h. andere aangelegenheden waarbij het uiterlijk aanzien van de ge-
meente in het geding is of kan zijn.
Artikel 2. Werkwijze.
Bij de vaststel 1 ing van een advies zal de commissie zich laten leiden
door de vraag of het objekt of het plan zowel op zichzelf als in ver-
band met de omgeving of de te verwachten ontwikkeling daarvan aan
redelijke eisen van welstand voldoet of zal voidoen; daarbij wordt
in ieder geval gelet op:
a. de bedoeling van het stedebouwkundige plan;
b. de piaatsing in verband met de omgeving;
c. de gebruikswaarde;
d. de bouwmassa;
e. de plattegrondontwikkeling;
f. de gevelindeiing;
g. de materiaien- en de kleurenkeuze, ook bij bestaande objekten.
Artikel 3. Samensteliing commissie.
1. De commissie bestaat uit:
a. drie architectleden en een plaatsvervangend architectlid
b. een ingezetene van de gemeente met beiangstelling voor de
welstand, die niet bij het bouwen betrokken is;
c. het hoofd van de afdeling Bouw- en Woningtoezicht.
2. De commissie wijst uit de drie architectleden de voorzitter en de
plaatsvervangend voorzitter aan.
3. Een lid van het college van burgemeester en wethouders is bevoegd
de vergaderingen van de commissie bij te wonen.
4. Het hoofd van de afdeling bouw- en woningtoezicht is secretaris
van de commissie.
Artikel 4. Benoeming.
1. De in artikel 3, eerste lid, onder a en b genoemde leden worden
op voordracht van het college van burgemeester en wethouders, ge-
hoord de commissie, door de raad benoemd.
2. Ter voorziening in een vacature welke ontstaat of is ontstaan door
beëindiging van het lidmaatschap van een der in het eerste lid,
sub a, van artikel 3 genoemde leden, worden door het college van
burgemeester en wethouders via de pers gegadigden uitgenodigd te
- 6 -