34 26 februari 1976 stichting op zodanige kracnten heeft. Bij de ter inzage liggende stukken lag een zwaarlijvig stuk, waarin al die taken nog eens in extenso de re- vue passeerden; die veelheid juist heeft zowel in de commissie als in de fractie bepaalde vraagtekens opgeroepen en de vraag doen stellen of het inderdaad wel nodig is dat nu zelfs een tweede beroepskracht deze akti- viteiten gaat coördineren, in plaats van dat dit op vrijwi11igers-basis geschiedt; dit laatste is namelijk zo uitermate sympathiek. Nu heeft men in de stukken kunnen lezen dat het bureau Noord-Holland van het ministerie van C.R.M. blijkbaar bereid is de aanstelling van die tweede beroepskracht positief te benaderen. Men weet dat C.R.M., in tegen- stelling tot de situatie van enkele jaren geleden, thans onder de druk van de financiële omstandigheden nogal duidelijk de hand op de knip houdt,^ zeker wanneer het eventueel gaat om het geven van subsidies voor het uit- breiden van een kader, en dat is dus iets dat voor spreker een zekere waarborg is dat die personeelsuitbreiding onder deze omstandigheden een verantwoorde en nodigezaak is. Bovendien meent hij dat de plaatselijke stichting ook voldoende verantwoordelijkheidsbesef heeft - dat heeft ze getoond - en ook voldoende enthousiasme, om in de personele sfeer het aanstellen van deze kracht nauwlettend te beoordelen en de taakomschrij- ving dienstovereenkomstig te doen zijn. Het is uit deze overwegingen dat sprekers fractie bereid is het voorstel dat thans ter tafel ligt positief te benaderen en haar stem aan de ver- hoging van de subsidie te geven, mits in ieder geval vast moet komen te staan, dat ook het ninisterie van C.R.M. deze uitbreiding in het kader van de bejaardenzorg goed zal keuren. Mevrouw Diel brengt naar voren dat haar fractie van mening is dat het aantrekken van een tweede beroepskracht een goede zaak is. Zij stelt het op prijs dat het bestuur zich terzake heeft laten adviseren door het bureau Noord-Holland van het ministerie van C.R.M. Spreekster zegt dat de Contactraad een organisatie is die tezamen met veel vrijwilligers werkt. Er zijn nu al een flink aantal taken waarmee ze zich bezighoudten het blijkt dat een tweede beroepskracht nodig is om zich met deze taken te gaan bezighouden en te steunen. Zij gelooft echter ook dat die maat- schappelijk werker een belangrijke steun zal kunnen gaan betekenen voor met name de eerdergenoemde vrijwilligers, vooral als zij denkt aan een aantal taken die misschien voor uitbreiding in aanmerking komen. Persoon- lijk zou zij graag willen zien - zij denkt dat haar fractie haar daar in steunt - dat bijvoorbeeld de wijkgerichte aktiviteiten, die nu al hier en daar in Heemstede plaats vinden, eventueel ook eens wat meer in andere delen van de gemeente aangepakt zouden kunnen worden. In de taakomschrij- ving stond onder andere ook dat men van plan is om informatiemiddagen te houden. Dat betekent dus inderdaad een uitbreiding van taken. Maar als men van mening is dat dit soort zaken van de grond moet komen om het be- jaardenwerk in de gemeente nog beter te doen functioneren, dan vindt zij dat met de benoeming van een tweede beroepskracht dit goed ondersteund kan worden. Zij spreekt dan ook de hoop uit dat het voor de hejaarden in Heemstede duidelijk merkbaar is dat er een Contactraad is. Zij weet dat de raad tracht de bejaarden zoveel mogelijk in bekendheid te brengen met de aanwezigheid van de Contactraad, maar waarschijnlijk zal door eerder genoemd voorstel het werk nog in belangrijke mate gestimuleerd en uitge- breid kunnen worden. Wat de rijksbijdrage betreft sluit spreekster zich aan bij de woorden van de heer Rücker. De fractie van mevrouw Snoep sluit zich aan bij de lovende woorden van de heer Rücker, gericht aan de Contactraad. Ook haar fractie gaat akkoord

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1976 | | pagina 12