25 wezig is en dat aan een enkele aanvraag om beschikbaarstelling van een woning ernstige aandacht wordt besteed. De heer Baar brengt naar voren dat het kommentaar van het college naar aanleiding van de brief van het Werk-team Woonwagencentrum "De Meer" hem niet geheel bevredigt. De opmerkinq van het college dat de behoefte aan een tvreede kampje in Heemstede niet algemeen wordt qe- voeid, komt bij hem wat negatief over. Misschien bedoelt het college er mee te zeggen dat de mogelijkheden voor een tweede kampje in Heem- stede niet of nauwelijks aanwezig zijn en dan zou hij het college daar- in wel kunnen volgen. Als er mee bedoeld zou zijn dat de bestaande Heemsteedse voorziening de trots der kritiek goed kan doorstaan, dan is hij het ook daarmee volledig eens. Maar als men op de informatie van het werkteam van het woonwagencentrum te Hoofddorp afgaat, danmoet men toch betwijfelen of er onder de woonwagenbewoners zelf geen be- hoefte zou bestaan aan een tweede kampje. Nu ziet spreker de mogelijk- heid van een tweede kampje in Heemstede niet zo zitten, maar zijn frac- tie vraagt zich wel af hoe het dan zit met de mogeiijkheid tot uitbrei- ding van het bestaande kamp. A1 te groot zou een derqelijke uitbreiding trouwens niet mogen zijn omdat men dan zou vervallen in de problematiek van de te grote koncentraties, op de bezwarefi waarvan het werkteam juist - spreker geiooft terecht - gewezen neeft. Maar als een tweede kampje er in Heemstede niet in zit, dan is misschien een kleine uit- breiding van het bestaande kamp toch een aanvaardbaar alternatief. Spreker zou graag van het college willen vernemen hoe het daar tegen- over staat en of het ook mogelijkheden in die richting ziet. Mevrouw Diel sluit zich bij de woorden van de heer Baar aan. De voorzitter merkt op dat onze gemeente zeer snel bij het woonwagen- centrum heeft gereageerd, waarbij zij zich bereid heeft verklaard de uitbreidinq wel degelijk te overwegen. Maar het tweede kampje zaq het college in de strikte zin niet. Misschien had het college in zijn ant- woord kunnen stellen dat de uitbreiding alieszins mogelijk is - uiter- aard zou dan over een qroter grondoppervlak beschikt moeten worden - zonder in de problematiek te vallen van een te groot kamp. Met een tweede kampje bedoelt het college dus in letteriijke zin een onafhan- kelijk kampje op een andere plaats; zeker zolang de andere moqelijk- heden niet verder zijn uitgeput respectievelijk zijn onderzocht ziet het college daarvoor geen perspectief. Wethouder Sprangers licht toe dat in de verleden jaar door het Woon- wagenschap uitqebrachte nota "Deconcentratie en decentralisatie" voor de deelnemende gemeenten in het Scnap is gesteld dat er bepaalde uit- breidingen van de bestaande kampjes, gepland in 1980, zouden moeten plaats vinden. Vervolgens heeft het bestuur van het Woonwagencentrum Kennemerland-Zuid de deelnemende gemeenten bezocht en gesproken met de colleges. Van Heemstede heeft men toen de toezeqging gehad, die ook in de zojuist genoemde nota was opgenomen, dat Heemstede zich bereid ver- klaarde om in 1980 de thans bestaande 12 standplaatsen uit te breiden met 6, dus tot 18, en eventueel in 1984 tot 21 plus 2 passantenplaat- sen. Het misverstand bestaat dus hierin dat de werkgroep van een tweede kamp- je spreekt, terwijl het college spreekt van uitbreiding van het best.aan- de kamp. Het is de werkgroep niettemin bekend dat het college doende is voor de uitbreiding van het kamp grond te verwerven. 26 februari 1976

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1976 | | pagina 3