26 26 februari 1976 Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders, vermeld onder punt 12, besloten. III. Verordening op de Welstandscommissie (volgnr. 30) Oe heer Rücker brengt naar voren dat het voorstel van het college ten aanzienvan de nieuwe verordening op de Welstandscommissie door zijn fractie positief is ontvangen. Hij acht het een duidelijke voor- uitgang wanneer uit de totale opzet blijkt dat de welstandscommissie, in overleg met het college uiteraard, bereid is haar werkgebied »vat meer uit te breiden en zich niet strikt wil bepalen tot de technische en esthetische beoordeling van bepaalde op tafel komende plannen, doch inderdaad ook het totale dorpsaanzicht, het bewaren van karakte- ristieke punten en derqelijke, nog eens duidelijk in haar taakstelling heeft willen opnemen. Dat men daarbij bereid is in voorkomende geval- len ook de opvattingen en qevoelens van de Stichting Oud-Heemstede- Bennebroek te leren kennen en daarover te spreken wordt door zijn frac- tie uitermate positief ervaren. Ook het feit dat in de commissie als adviserend lid een niet-vakman, dus een leek uit de burgerij, zal worden opqenomen, acht sprekers frac- tie een goede zaak, omdat daardoor bij voorbaat wordt voorkomen dat de werksfeer, waarin de welstandscommissie zich pleegt te bewegen, een be- paalde, misschien wat sterk uitgedrukt "qeheimzinnige'; sfeer krijgt, en daardoor een directe link vvordt gelegd van de burgerij naar de welstands- commissie middels de persoon die vanuit de burgerij aan de beraadsla- gingen zal kunnen deelnemen en dus ook precies weet wat er verhandeld wordt. Dat bovendien - dat is in die geest ook in de commissie besproken- als de opvattinq van het leken-lid eventueel afwijkt van die van de meerderheid van de commissie, dus afwijkt van de besluitvorm als zoda- nigdie opvatting in ieder geval ook tot uitdrukking komt in het advies dat aan het college wordt doorgegeven, vindt sprekers fractie eveneens een goede zaak, want uiteindelijk is het het colleqe dat over deze za- ken dient te beslissen. Voorts merkt spreker op dat in artikel 5 de eisen van benoembaarheid zijn omschreven. Nu meent hij te weten dat er een v/etsontwerp in voorbereiding is, dat de titelbescherming van de architecten reqelt, beschermt en vaststelt. Hij zou zich kunnen voor- stellen dat, indien dat ontwerp van wet eenmaal een feit is, dan al"ti- kel 5 zodanig zou moeten functioneren dat diegenen, wier opleiding dan gedekt wordt door de desbetreffende wetgeving, in ieder geval in prin- cipe de mogelijkheid hebben lid van de commissie te zijn. Tenslotte wil spreker namens zijn fractie gaarne een woord van erkente- lijkheid uiten aan de welstandscommissie en aan allen die eraan hehben meegewerkt om dit duidelijk positieve stuk te produceren. Ook de heer Jager heeft waardering voor het feit dat er thans een moderne verordening op de Welstandscommissie ter tafel ligt. Hij gelooft dat hier sprake is van een verbetering ten onzichte van de oude situatie, hoewel hij niet wil ontkennen dat in de praktijk van het werken natuur- lijk al het een en ander van wat thans is geformuleerd,was gegroeid, doch dat nu formeel in een verordeninq wordt vastgesteld. Voorts merkt spreker on dat zijn fractie er ernstig over gedacht nee.t voor te stellen ook een beeldend kunstenaar als lid van deze commissie te benoemen. Zij gelooft dat een dergelijke discipline een waardevolle inbreng zou kunnen hebben bij het uitbouwen van een welstandstoezicht, dat nog meer aansluit bij de opvattingen van deze tijd over oppervlak, kleur, vormgeving en al dat soort zaken van de bebouwde omgeving.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1976 | | pagina 4