25 maart 1976
88
Mêt de heer Schlatmann meent spreker dat de bereikbaarheid van de win-
kels met alleen een technische kwestie is. Ten aanzien van de brief
van de Kamer van Koophandel zegt spreker enigszins teleurgesteld te
zijn inzake het tijdstip van de reactie van deze instelling. Het col-
lege acnt dit instituut hoog en is van mening dat de Kamer van Koop-
handel een gemeentebestuur op dezelfde wijze zou moeten behandelen
als de Kamer ongetv/ijfeld van elke overheidsinstantie verwacht, name-
mjk als men vindt dat de argumentatie een bijdrage kan leveren tot
de opinievormingdan zal die op een moment moeten binnenkomen dat
het college en zeker ook de raad daarop nog kunnen reageren. Die tijd
heeft het college ontbroken en spreker moet zeggen dat de zwaarte van
de argumentatie hem geen aanleiding heeft gegeven een buitengewoon
col1egeberaad van burgemeester en wethouders te houden.
De verkeersveiiigheid vindt spreker één van de punten die niet voldoen-
de zwaar in het rapport van de Kamer zijn behandeld. Het feit dat er
niet de ernstigste onqelukken zijn qebeurd in ons centrum, is natuur-
lijk geen aanwijzing dat het gemeentebestuur met dit aspect in de hui-
dige situatie vrede zou kunnen hebben of dat het verkeer, zoals zich
dat nu voltrekteen verantwoorde en aanvaardbare situatie inhoudt.
Men zou ook kunnen stellen dat knellende verkeerspunten, doordat ze
bij vele mensen bekend zijn, vaak een aangepast verkeersgedrag ople-
yeren, maar dat wi7 niet zeggen dat de gevaarlijke risico-elementen
în een dergelijke verkeerssituatie behoren te worden gekontinueerd.
Zo schijnt de draaibeweging op de Binnenweg een nogal geliefkoosde en
gevolgde methode te zijn om de Binnenweg weer in een andere richting
te vervolgen. Spreker is van oordeelen daar wordt hij ook door de
verkeersdeskundigen in gesteund, dat een werkelijk circulatiesysteem
vele malen verkieslijker is - tenzij het verkeerscirculatiesysteem
met andere nare toestanden gepaard zou gaan, bijvoorbeeld met een
ernstige belasting van de woonbuurten - boven gevaarlijke draaimodel-
len binnen een tweerichtingsverkeer. Dat is in ieder geval geen veili-
ge verkeerssituatie en in zoverre kan spreker net met'de kanttekeningen
van de heer Jager ten aanzien van de verkeersvei1igheid eens zijn.
Het college heeft ook enigszins moeite met de wijze waaroD de Kamer van
KoophandeI min of meer heen gaat langs de motivatie van het college ten
aanzien van een aantrekkelijker mogeiijkheid van wandelinrichting vol-
gens model B, wat de Kamer - daar heeft de Kamer recht on - verwerDt.
Men vindt dat dit, gezien de gerichte aankooo van de winkeienden in
Heemstede, eigenlijk een niet zwaar genoeg argument is om mede, als
één van de argumenten, B te steunen. Het college is het er mee eens
dat ais men doelt op een grootschalig winkelbedrijfdat daar de kwes-
tie van gezellig en al wandelende winkelen, inderdaad van een heel an-
der soort is, en niet zo van toepassing, als ten aanzien van enkele
winkels in de omgeving van die grootschalige winkel. Het college meent
dat dit aspect in casu ietwat verfijnder, genuanceerd had moeten wor-
den geformuleerd. De koop-gewoonte en -"trek" in de verschillende de-
1en van het centrum, een element dat in de beoordeling van e°n verant-
woord inrichtingsbeleid natuurlijk op tafel ko.mt, kan'bij een nieuw
verkeerscirculatiesysteem wel eens enige verschuiving met zich mee
brengen. Voor degenen die een zeer lichte binding hebben met bijvoor-
beeld de Binnenweg-noord zal natuurlijk een beïnbloeding van hun rij -
en inkoop - patroon eerder voor de hand ligqen. Aan de andere kant is
er op gewezen dat als men bereid is de inrichting mede te laten af-
hangen van een totaal-afweging van de prioriteiten, dat er dan andere
pluspunten zijn; zo kan men bij een onderlinge afweging ook die andere
zaken laten meewegen die aantrekkelijke aspecten hebben en mogelijk