25 maart 1976
94
C heeft gehoord. Spreker meent dat hij een ooging heeft aewaagd om
vanuit het C.D.A. duidelijk te maken waarom C, en dan primair in ver-
gelijking met B, voor zijn fractie niet aanvaardbaar was. Bij de ver-
dere afweging bleek B voor de grote meerderheid van zijn fractiehaal-
baar te zijn en niet voor de kleine minderheid, die uit de heren Van
der Hulst en De Jong bestaat. De meerderheid van zijn fractie kanzich
vinden in datgene wat de voorzitter heeft verwoord ten faveure van
schets B; de minderheid van zijn fractie houdt zich in hoofdlijnen op
datgene wat door de voorstanders ten gunste van schets A naar voren
is gebracht.
Met datgene wat is opgemerkt over de brief van de Kamer van Koophandel
kan sprekers fractie instemmen. Ook zij heeft daar een enigszins nare
smaak van in de mond. Deze wijze van benaderina is haar niet symDathiek.
Zijn fractie heeft uit de brief van de Kamer van Koophandel niet direct
een zwaar onderbouwde argumentatie voor schets A aangetroffen, en dat
is dus wat de meerderheid van zijn fractie bezighoudt. Men krijgt de
indruk dat de voorstanders van schets A worden gedreven door een vrees
die ergens niet onderbouwd is; onberedeneerde anqst voor een ontwikke-
ling die er zou kunnen komen. Nu is het wel zo dat ook de voorstanders
van schets B niets met zekerheid kunnen stellen. Ook zij moeten af-
wachten hoe de ontwikkeling zal zijn; waarschijnlijk getuigen zij echter
van wat meer durf en van een wat grotere verbeeldinqskracht.
Spreker heeft in het antwoord van de wethouder gemist zijn voorstel met
betrekking tot het vaststellen van vloeroppervlakten per groep van cen-
trumvoorzieningen. Zijn fractie zou niet graag zien dat de beschikbare
ruimten in zijn totaliteit uitsluitend of grotendeels door êén van deze
kategorieën van centrumvoorzieningen volledig zou worden opgesoupeerd.
Ten aanzien van de bus is zijn fractie er niet van overtuiqd dat hetmet
een bepaalde voorziening technisch onmogelijk zou zijn om die bus niet
aan de Dreef te laten stoppen. Wat de voordelen betreft, het gaat om
50 meter, gelooft zij niet dat de voetgangers daar zo hard om zitten te
springen. Men moet zich realiseren dat deze bus om de 10 minuten het
Julianaplein opzwaait, en er voor de Dreefschool weer af moet. Dat is
toch altijd nog een gevoelige plek in onze geneente. Zijn fractie zou
dus graag zien dat dit kon worden vermeden.
Bepaalde overlast kan men hier en daar niet weren, maar als dat wel mo-
gelijk is dan moet men dat zeker doen en zij meent dat het in dit ge-
val tot de mogelijkheden behoort.
De voorzitter heeft een interpretatie gegeven van de doelstellinq de
woonbuurten tegen overlast te beschermen. Sprekers fractie heeft dat
ook gedaan; beide interpretaties zijn vanuit deze doelstelling reali-
teiten. Ook sprekers fractie wil de woonbuurten wel terdege tegen
overlast beschermen, maar het gaat om de vraag hoe, in hoeverre en
in welke mate. Dan spelen bij haar de argumenten die spreker naar vo-
ren heeft gebracht een grote rolvooral oo het Dunt van meer dan
nodig belasten van bepaalde straten.
Zij gaat uit van het principe dat de overlast die dan op een geqeven
moment gelegd moet worden, zo min mogelijk uitsluitend bij de ander
voor de deur mag worden gelegd. Zij ziet hier dus duidelijk een moge-
lijkheid om de overlast van het verkeer niet uitsluitend te laten
drukken op de aan- en afvoerwegen, maar voor een deel ook, en dan op
een acceptabele manier, od de overige woonstraten.
Zijn fractie sluit niet bij voorbaat uit aat bepaalde woonstraten aan
de zijde van de Binnenweg of de Raadnuisstraat volledig worden afge-
sloten.