13 april 1976 115 De heer Baar lijkt dat niet overbodig, maar neemt wel wat het sy- steem betreft op dezelfde lijn te zitten. Het gaat om een stuk aanvul- ling; daarom heeft hij in dit verband gesproken van een eerste aanzet waar men voorlopig mee uit de voeten kan. Hij gelooft ook niet er mor- gen direct in te zullen slagen die aanvulling te doen plaatsvinden. Daar is meer tijd voor nodig. De vorm waarin en de wijze waarop dat zal moeten gebeuren, daarop zal men zich waarschijnlijk in die nadere diskussie kunnen bezinnen. Zijn fractie wil dat een serieuze poging zal worden gewaagd die aanvulling te doen plaatsvinden, en daar wil zij dus ook doelbewust naar streven. De voorzitter wil als afronding van deze zaak van de kant van het college nog stellen dat uiteraard beide partijen ten aanzien van het memorandum de beste weg zoeken. Er is een duidelijk overieg geweest en spreker meent dat als men het kommentaar van het college legt naast onder andere de verlangens van de C.D.A.-fractie, om het bevolkings- peil, de mate en tempo van bebouwing enzovoort, nader in doelstellin- gen te verwoorden, daarmee in feite een wezenlijk andere benadering naar voren komt, waarvan het college zich afvraagt waar men mee bezig is, lettende op de afbouwfase van Heemstede, het karakter, enzovoort. Het college ziet het memorandum, zoals net tot hem is gekomen, nog altijd als een andere opzet die ook had kunnen worden gevolgd, maar waartoe nu eenmaal niet is besloten. De tijdszaak is niet principieel maar speelt uiteraard wel een rolomdat er naast deze belangrijke meer- jarentaak ook nog andere zware taken ter voorbereiding op het vuur staan die aandacht verdienen en waarvan de raad ook de resultaten tege- moet wil zien. Het memorandum is zô door het college begrepen, dat daardoor een andere benadering zou zijn gekozen die veel tijd zou vra- gen, en spreker vindt dat hoe eerder men konkreet wordt des te eerder de mogelijke misverstanden uit de weg geruimd kunnen worden. De heer Baar heeft begrip gevraagd voor de teleurstelling van zijn fractie. Spreker gelooft dat het meest wezenlijke is dat men natuur- lijk begrip kan opbrengen; als een fractie een belangrijk beleidsstuk op tafel brengt dan is het begrijpelijk dat zij daar dan ook de gevol- gen van wil zien. De heer Van der Hulst merkt inzake het tijdstip waarop het memoran- dum het college bereikte op, dat het eerste mogelijke tijdstip waarop zijn fractie kon reageren 15 januari was. Daarna is er een periode ge- weest waarin zij in het ongewisse was hoe het college op al die inbreng zou reageren. Ergens in maart ontdekte zijn fractie dat het hele stuk er eigenlijk naast gelegd is, en dat heeft haar enigszins gestoken, om- dat men zich dan op zo'n moment afvraagt waarom het college niet op 20, 30 januari heeft gezegd dat wat zijn fractie gedaan heeft helemaal niet kan. Er zijn een paar maanden verlopen waarin met het stuk niets is gebeurd De voorzitter zegt dat ook de stuurgroep met die gekonkretiseerde verlangens de grootste moeite heeft gehad. Jlen moet echter niet denken dat de "fabriek" stil heeft gestaan. Men kan ook stellen dat het pleit voor de omvang van de moeilijkheden die het college met het stuk heeft gehad, dat het niet 5 dagen later kon laten weten dat het eigenlijk niet uit de voeten kon. Hij had gehoopt dat dat in ieder geval duide- lijk was. Het begrip "diskussiegrondslag" is niet denigrerend bedoeld in de zin

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1976 | | pagina 15