13 april 1976
117
raad, burgemeester en wethouders en burgemeesterieder met eigen
verantwoordelijkheid, uit een oogpunt van rationaliteit en ook demo-
cratie een aantal verbeteringen te brengen. Spreker zegt dat omdat
nog wel eens - hij meent dat het O.D.R.P. zich daar ook mee bezig-
houdt - andere bestuurlijke systemen worden voorgesteld, dus in te-
genstelling tot het gedifferentieerde systeem dat we vandaag kennen.
Spreker bedoelt meer het zogenaamde geïntegreerde gemeentelijke be-
stuurssysteem, waarmee men beoogt een toestand te bereiken waarin
men alles tegelijk en alles samen van onderaf doet, dus niet alleen
raad en burgemeester en wethouders en burgemeestermaar waarbij ook
burgers al in een zeer vroeg stadium worden betrokker, en wel zodanig
dat men eigenlijk alles van het begin af aan samen doet. Dat lijkt
uit een democratisch oogpunt bijzonder aantrekkelijk, maar uit de
praktijk, hij denkt nu ook aan bijvoorbeeld de gemeente Zaanstad waar
men deze praktijk heeft ervaren, blijkt dat hiermee moeilijk te wer-
ken is en dat het een ondoorzichtig systeem is, dat de duidelijkheia
zoek raakt en dat de verantwoordelijkheden niet meer te ontdekken zijn,
met als gevolg dat eigenlijk precies het omgekeerde wordt bereikt van
wat men beoogt. Men beoogt dus een versterking en verbetering van de
democratie, doch men bereikt in de praktijk eerder het omgekeerde en de
democratie dreigt de nek te worden omgedraaid.
Spreker heeft deze opmerking willen maken omdat hij dit niet onbelang-
rijk vindt, nu een bestuurlijke paragraaf aan de orde is en ook een
stuk onderbouw van ons geïntegreerd beleid.
Subdoelstellinq 01.01.02.
De fractie van de heer Jager is niet gelukkig met de tekst zoals die
nu in het ontwerp staat. Zij gelooft dat de criteria "doelmatigheid en
doeltreffendheid" niet de enige criteria zijn op basis waarvan besloten
mag en kan worden of een bepaalde zaak wordt overgedragen. Reeds bij de
algemene beschouwingen van enige tijd geleden heeft hij namens zijn
fractie gewezen op het ook belanqrijke element van de democratie, dat
is gemoeid met die gewestelijke samenwerking. In zijn reactie op de
inbreng van sprekers fractie met betrekking tot deze subdoelstelling
zegt het college dat we nu nog een licht gewest hebben en dat nen over
dat democratisch element dus eigenlijk thans nog niet kan spreken, want
dan zou het wel eens zo kunnen zijn dat men niets over kan dragen. Hij
gelooft dat dit niet helemaal juist is, want al is het dan een licht
gewest, en al is het dan nog slechts samengesteld op basis van getrapte
verkiezingen, het is in ieder geval zo dat daardoor toch meer invloed,
zij het dan op indirecte wijze, van de burger van Heemstede, of van wel-
ke andere deelnemende gemeente ook, op de bovengeneentelijke oroblenen
aanwezig is dan wanneer een dergelijk orgaan niet zou bestaan, want dan
zou men als gemeentel i jke burgers niets aan inbreng on die zaak kunr.en
leveren. Vandaar dat hij toch het voorstel dat door zijn fractie in de
inbreng is gedaan, waar zij heeft getrach.t dat element van democratisch
belang te moeten formuleren, zou willen handhaven. Wezenlijk vindt zij
ook dat de doelmatigheid en de doeltreffendheid op een gegeven moment
inderdaad zouden kunnen wijzen in de richting van onderbrengen bij een
gewestelijk bestuursorgaan, maar dat om reden van democratie het onge-
wenst is dat te doen, en dat men dan wel eens een prioriteit zou kunnen
gaan geven aan dat democratiscne aspect. Men kan stellen dat het dan
maar wat minder doeltreffend en doelmatig moet omdat dat wezen'lijke ele-