13 april 1976
105
pelijk is.
De heer Baar brengt naar voren dat nu de raad na anderhalf jaar
van voorbereiding de doelstellingsfase van het beleidsplan hoopt af
te ronden, wellicht nog niet het moment is aangebroken voor uitgebrei-
de algemene en politieke beschouwingen, maar ongetwijfeld wel voor een
kleine tussentijdse evaluatie.
Ailereerst mag dan worden vastgesteld dat het eenvoudige verzoek van
de raad aan het college een beieidsprogram voor de loDende zittings-
periode te ontwerpen, heel wat meer voeten in aarde heeft gehad dan
destijds werd voorzien. Bij de uitwerking werd al meteen door des-
kundigen, spreker denkt met name aan het ingeschakelde adviesbureau
van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (0 D R P centraal ad-
viesbureau voor organisatie, documentatie, registratuur en personeels-
beheer), te verstaan gegeven dat zo'n klus professioneel dient te
worden aangepakt. We hebben ons hierdoor laten overtuigen en zijn min
of meer enthousiast de weg ingeslagen van het geprogrammeerd en gefa-
seerd werken aan de voorbereiding van een integraal beleidsplan, onder
aanvaarding van moderne beslissingstechnieken, met name voor de vast-
stelling der prioriteiten. Via het formuleren van doelstellingen, het
bepalen van prioriteiten en het toewijzen van middelen aan konkrete
projecten, hopen we dan te komen tot een integraal program van aktivi-
teiten, dat als basis zal dienen voor de opstelling van een meerjaren-
begroting. Zijn fractie is intussen duidelijk geworden dat de gekozen
werkwijze van alle betrokkenen, zowel het ambtenarencorps als het col-
lege en de raad, bijzonder veel tijd en aandacht vraagt. Daar staat
echter tegenover dat zij de kiem in zich draagt voor de totstandkoming
van een plan dat op zijn minst het predikaat "gedegen" mag dragen, het-
geen toch als een primaire voorwaarde moet worden beschouwd om er in de
toekomst zinvol mee te kunnen werken.
Vervolgens wil spreker een kanttekening plaatsen bij de practische be-
tekenis van de integrale beleidsplanning. Zoals ook in de inleidinq op
het ontwerp-beleidsplan duidelijk tot uiting komt, staat men vrijwel
algemeen op het standpunt dat de traditionele vormen van bestuur en
beleid veel te wensen overlaten. Met name het tot nu toe gehanteerde
bestuursinstrumentarium is ontoereikend geworden, met als gevolg dat
de waarborgen voor een effectief en doelmatig overheidsbestuur in on-
voldoende mate aanwezig zijn. Als het middel voor de oplossing van de-
ze kwaal wordt dan de integrale beleidsplanning aangeprezen. Intussen
moet het bewijs van de adequaatheid van dit middel echter nog steeds
geleverd worden. Weliswaar zijn verschillende gemeenten de weg van de
geïntegreerde beleidsplanning ingeslagen, maar noq nergens is men daar-
mee zo ver gevorderd dat reeds konkrete en aanwijsbare resultaten zijn
geboekt. Overal verkeert men nog in het aanloopstadium. Het is dan ook
nog een open vraag of de nieuwe werkwijze, voor wat de verbetering van
de effektiviteit en doelmatigheid van het geneentelijk bestuur betreft,
inderdaad als het ei van Columbus moet worden aangemerkt. In de Ver-
enigde Staten heeft men met het P.P.B.S. (Planning-, Programming- and
Budgeting System) zelfs een reeks van teleurstellende ervaringen op-
gedaan. Uiteraard wil met dit alles niet gezegd zijn dat men de inte-
grale beleidsplanning beter maar kan vergeten. Hij heeft alleen willen
benadrukken dat niet bij voorbaat vaststaat dat het beoogde doelte
weten een effektiever en doelmatiger bestuur, inderdaad zal worden be-
reikt. In feite begeeft men zich in het experiment, daarbij zowel de