13 april 1976
107
het voorstel van Progressief Heemstede om in een struktuurnota de
gewenste toekomstige ruimtelijke struktuur van Heemstede vast te leq-
gen.
Zijn fractie heeft het bovendien gevraagd, omdat zij als fractie fy-
siek nu eenmaal niet in staat is deze uitwerking zelf te verrichten.
Wat zij beoogt reikt immers ver uit boven een simpele bijschaving van
het ontwerp! Een aan wie kon zij het tenslotte anders vragen dan aan
het college, dat in tegenstel1ing tot de fractie over de nodige ambte-
lijke bijstand kan beschikken. Zij kan zich nog voorstellen dat het
college en de ambtelijke staf op dat moment, qezien de beperkte tijd,
geen mogelijkheid zag om aan haar verzoek te voldoen. Maar waarom dat
dan niet gewoon gezegd, mogelijk onder de mededeling dat het memoran-
dum bij de eerstvolgende bijsturing van het beleidsplan zou kunnen
worden betrokken? Het zal duidelijk zijn dat zijn fractie met belanq-
stelling uitziet naar een nadere reactie van het college. Spreker voegt
hieraan toe dat zijn fractie tijdens de behandeling van het ontwerp
met name bij het hoofdstuk ruimtelijke ordening, op de inhoudelijke
kant van het memorandum nader hoopt in te gaan.
Het is duidelijk dat het op te stellen beleidsplan slechts voor een
beperkt deel van de lopende zittingsperiode van de raad zijn uitwer-
king zal kunnen laten gelden. Er resten immers maar twee begrotingen,
terwijl nog niet eens vast staat of het technisch mogelijk zal zijn
de eerste daarvan, te weten die voor het jaar 1977, reeds op de nieuwe
situatie af te stemmen. Uiteraard zal men deze tegenvaller voor lief
moeten nemen. Overigens hecht zijn fractie er wel aan dat serieus ge-
tracht zal worden het beleidsplan nog in de b^groting voor 1977 te
laten doorwerken. Zij zou in dit verband zelfs vrede kunnen hebben met
een wat latere begrotinqsbehandeling dan gebruikelijk, zo nodig met
een uitstel tot januari 1977. Maar ook nu geldt voor haar primair de
eis van de kwaliteit. Mocht deze door een te qrote haast dreigen te
worden geschaad, dan zal zij haar wens, zij het node, moeten laten
vallen. Spreker eindigt met de vraag of het college inzake de mogelijk-
heden met betrekking tot 1977 thans reeds een indicatie zou kunnen ge-
ven.
De heer Jager brenqt naar voren dat, zoals een aantal aanwezigen
zich ongetwijfeld zal herinneren, reeds in 1970 van de zijde van voor-
gangers van zijn fractie gepleit is voor een meer integrale pianning
van het gemeentelijk bestuur. De arqumenten op grond waarvan toen voor
deze planning werd gepleit gelden voor zijn fractie nog steeds.
Naast het argument dat de steeds complexer wordende samenleving voor
de overheid, ook de lokale, steeds verfijnder en innerlijk consisten-
ter sturingsmechanisme noodzakelijk maakt, is vooral ook het asDect
van de lokale democratie van wezenlijk belang.
Uitstekend wordt dit weergegeven in het rapport "Een goede Raad" van
de commissie positie raadsleden van de V.H.G. Overduidelijk wordt
naar het oordeel van zijn fractie daarin aangetoond dat beleidsplan-
ning noodzakelijk is vil enerzijds de raad opnieuw kunnen gaan functio-
neren als het hoogste beleidsorgaan van de gemeente, terwijl ander-
zijds die gemeente zich slechts zal kunnen handhaven als autonoom be-
stuursniveau indien adequaat ingespeeld wordt op de behoefte van de
lokale samenleving. Dat wij allen het voortbestaan van de gemeente, in
welk aantal dan ook, van wezenlijk belang achten voor de democratie is
overduidel ijk gebleken bij de behar.deling in deze raad van het concept-
wetsontwerp reorganisatie binnenlands bestuur.