108
13 aoril 1976
Maar als men dat dan noodzakelijk vindt, dan zal men ook naar zodani-
qe besturingsmechanismen als lokale overheid moeten streven. dat men
die taak die rnen zichzelf toedenkt, ook wezenlijk kan vervullen.
70als spreker ook reeds heeft gesteld in zijn algetnene beschouwingen
bij de behandeling van de begroting voor 1976 is zijn fractie van oor
deel dat de gemeentelijke bearoting een onvoldoende înstrument is om
het gemeentelijk beleid vast te stellen en te evalueren. De Politieke
keuzes achter de cijfers in die begroting zijn zodamg vers uierd dat
van een werkeiijke diskussie over de te volgen koers vrijwel geen spra
ke meer is. De onderlinqe afweging van verschillende maatregeien en
projecten ên de duidelijke prioriteitenstelling daartussen ontbreekt
Dafqeqeven'van dat gebrekkige instrumentarium is van grote betekenis
voor sprekers fractie. Immers wil men, zoals gezegd wer e ,j in oud
gaan geven aan de lokale democratie, dan is het noodzakelijk dat de
politieke keuzes van iedere fractie en zonodig van leder raadslid voor
een ieder zichtbaar worden gemaakt. Door het opstellen van een belei
plan met uitdrukkelijk geformuleerde doelstellingen en nog meer door
de op basis van die doelstellingen te maken keuzes v°°r konkrete be-
leidsdaden, zal dat inzicht in de politTeke keuzes van de samenstellen
de delen van de raad verschaft kunnen wordén.
Zijn fractie hoopt dat tengevolge daarvan de be angstelling voor de
lokaie politiek zal toenemen. Immers de oolitieke partijen zullen j
het aanwezig zijn van een beleidsplan niet meer kunnen volstaan met het
opsteilen van simpele in algemene bewoordmgen gestelde wensenlijstjes
als programma dat zij aan de kiezers voorleggen. Zeer Ikon^eet
ten worden aangegeven wat men wil, wat daarvan de kosten zijn e
de middelen vandaan gehaald zullen moeten worden. Wellicht is het nu
nog een utopie maar zijn fractie hoopt dat mede dankzij de lnte9n
beleidsplanninq de lokale politieke verhoudinqen ook gebaseerd zullen
raken op iokaal oolitieke onderwerpen.
Vanwege dit samenstel van overwegingen îs zijn fra^tTe uitermate ver
heugd dat thans de doelstel1ingenfase van een beleidsplan ter behainde
linq ter tafel liqt. Zoals ook in de înleiding van het stuk wordt op
gemerkt is nog geen sprake van een volmaakt stuk werk. Dat kan ook nog
niet zo'n eerste keer. Er zullen ongetwijfeld sceptici zijn die
afvragen of dit nu al'les is. Spreker denkt bijvoorbeeld aan een bePaa
de oud-wethouder die ook is opgetreden als een van de însprekers op het
in de pers gepubliceerde eerste ontwerp.
Voor de eerste keer is dit inderdaad alles, maar dit is dan ook op ee
enkel punt na niet onvoldoende. Als men ziet met welk een intenstei
en welk een inzet de afqelopen 12 maanden door het ambtel^jk apparaat
en de gekozen bestuurders is gesproken en gedacht over het gehe e ter
rein van,het gemeentelijk bestuursgebeuren, dan is alleen dat al
^preker^gelooft dat bij voorbeeld de nieuwe leden van deze raad op geen
betere wijze hadden kunnen worden ingewijd dan middels deze diskussies
over het beleidsplan. Hun inwerkperiode is daardoor aanzienlijk bekort,
in elk geval vergeleken met de periode die hij een aantal jaren geleden
Dit zal nog versterkt worden als in de loop van dit jaar de meer konkre
te fase van de invullinq met projecten wordt ingegaan.
Verder zal de jaarlijkse evaluatie en eventuele bijstelling van het p
uiteindelijk moeten leiden tot een steeds verdere vervolmaking en ver-
fijning van het plan.
Éli