141
14 april 1976
wordt doorgegaan, ook al omdat dit door de wet is voorgeschreven, maar
dat daarnaast een in de tijd voortschrijdende meerjarenbegroting gepro-
duceerd wordt. Wat betreft de kwestie van tijdelijk niet sluitende be-
grotingen merkt spreker op, dat zijn fractie zich nog niet in extenso
over deze zaak heeft uitgesproken, maar daar in zijn algemene beschou-
wing gisteren een aanzet toe heeft gegeven. Die aanzet geeft spreker
aanleiding zich bij voorbaat aan te sluiten bij al hetgeen zijn frac-
tie daarover verder nog te berde zal brengen.
Het verwondert spreker dat, nu het C.D.A. ter wille van de gemeentelij-
ke zelfstandigheid voorstandster is van het handhaven van een jaarlijks
sluitende begroting, en ook sprekers fractie daar een warm voorstand-
ster van is, in het beleidsplan wordt gesproken over de tijdelijk niet
sluitende begroting. Spreker hoopt dat dit er alsnog uit verwijderd
kan worden, althans het beleid in deze kan worden omgebogen.
De voorzitter zegt dat het hier niet gaat om formele standpunten van
burgemeester en wethouders, maar dat dit standpunt is terug te vinden
bij een meerderheid van het college, die daar gevoelig voor was; het.
zijn suggesties die vanuit de raad tot het college zijn gekomen.
Wethouder Van Drooge ziet het begrip "een tijdelijk niet sluitende
begroting" niet precies in de tijd zitten; ook al onderstreept men dat
in de doelstelling, dan nog vindt hij het een wat moeilijk begrip. Het
gaat om een niet sluitende begrotingtijdel ijk wel iswaar, maar het betekent
onder meer dat de reserves van de gemeente volledig zijn opgebruikt,
want anders kan men niet tot een niet sluitende begroting komen. Op
zichzelf heeft spreker daar persoonlijk al bézwaar tegen, maar hij zal
zijn fractie graag gelegenheid geven eventueeleen ander standpunt te
laten horen. Daarnaast komt het toezicht van gedeputeerde staten. Hij
acht het niet zo eenvoudig dat men als gemeentebestuur zonder meer kan
zeggen dat we nu overgaan tot een niet sluitende begroting en dat het
toezicht van gedeputeerde staten daarmee dan volledig zou instemmen.
Ook ziet hij niet precies hoe men, als alle middelen zijn opgebruikt,
en men dus beneden de streep zit, dan kan stellen dat men volgend jaar
weer overgaat tot een sluitende begroting.
ûe definitie die de heer De Jong heeft gegeven van het begrip "project"
heeft spreker niet kunnen volgen.
De heer De Jong heeft bij het lezen van het beleidsplan kunnen kon-
kiuderen dat het begrip "project" een zeer ruim begrip is. In de finan-
ciële commissie is daar uitgebreid over gesproken. In het bedrijfsleven
wordt deze term wel gehanteerd, waarbij kenmerkend is voor een project
dat een eenmalig is en uit het gesprek in de cornmissie is spreker ge-
bleken dat "project" in overheidsterninologie wel repetent voor kan ko-
men. Daarom heeft hij gedacht aan leges en andere door hem genoemde on-
derdelen. Het is hem niet duidelijk wat nu in het beleidsplan eigenlijk
onder het begrip "project" kan ressorteren. Hij vraagt daarom wat het
college daaronder verstaat.
Wethouder Van Drooge deelt mede dat leges onder de middelen vallen.
Overigens is hij met aanwezig geweest bij de bespreking in de commissie.
Onder een "project" verstaat het col lege elk plan dat men in de toekomst wil
real iseren en dat beslag legt op middelen. Hieronder dienen ook te worden be-
grepen de plannen die slechts budgettaire konsekwenties hebben. Daarnaast
kunnen er projecten zijn die geen beslag leggen op gemeentelijkemiddelen,
zoals bijvoorbeeld een bejaardentehuisIn dat geval kan het voor het gemeen-
tebestuur belangri jk zijn dat men hiervan op de hoogte is. Voorts zi jn er pro-
jecten die ogenschijnlijk geen middelen vragen, bi jvoorbeeld de verbetering