14 april 1976 van de communicatie binnen het ambtelijk apparaat, anders dan kantoor- panden en wat dies meer zij. Doelstelling I 03.01. De heer Jaqer had uit de diskussies inde commissie voor de gemeente- financiën en uit de reactie van het college op de inbreng van de frac- tie begrepen, dat met betrekking tot deze zaak voor een belangrijk deel overeenstemming in de raad bestaat. Van de zijde van zijn fractie, alsook van de zijde van de C.D.A.-fractie, is in de commissie op 12 november 1975 uitdrukkelijk gesproken over de toenmalige formulering_van het college inzake het handhaven van een sluitende begroting. Van beide zijden is toen gesteld dat dit nooit op zich een doelstelling kan en mag zijn. Waar het om gaat is dat men als overheid zorgt voor een voorzie- ningenniveauin de meest brede zin van het woord, voor de bevolking. Als men dat als doelstelling heeft, en daarover is al veel in dit beleids- plan opgenomen, dan betekent zulks dat er een afweging zal moeten plaats- vinden tussen het belang van die voorzieningen, of bepaalde voorzieningen daaruit, en het belang dat ongetwijfeld aanwezig is in het handhaver, van een sluitende begroting. In de notulen van de commissie staat dat iemand zich afvraagt of een sluitende begroting als doelstelling opgenomen moet worden; hij kan zich namelijk voorstellen dat beoaalde taken zo zwaar we- gen dat een tekort op de begroting voor lief genomen moet worden. Spreker wijst erop dat deze praktijk ook in vele gemeenten wordt gehanteerd, en dan wijst hij niet op de artikel 12-gemeenten, dat is een gevaar dat dreigt als men te langdurig met een tekort op de begrotirig gaat werken, maar dat is nu juist die afweging waar het om gaat. Men moet proberen te voorkomen een artikel 12-gemeente te worden. Daar is iedereen het over eens. Dat betekent een beperking van de zelf- standigheid van de gemeente om over de middelen, en de doelstellingen die men heeft, te beslissen, want dan komt men onder curatele te staan. Maar een artikel 12-gemeente v/ordt men niet zo snel.Dat gebeurt niet na êên of twee keer een tekort oo de begroting te hebben gehad, als menmaar het vooruitzicht heeft - daarvoor hebben we een meerjarenplanning - dat men er uit komt en dat men in de loop der jaren weer een volstrekt gezond financieel beleid gaat voeren. Zijn fractie vindt dat rnen dat voorzieningenniveau moet afwegen tegen de nadelen die aan een niet sluitende beqroting zijn verbonden. Het doel van een sluitende begroting als zodanig acht zij onaanvaardbaar omdat de lo- kale overheid veel meer mogelijkheden heeft zich in een volgend jaar van middelen te voorzien. Als het gemeentebestuur van mening is dat het in 1977 met een tekort van een ton zou moeten volstaan en het niet verant- woord acht over 1977 bepaalde Inkomstenbronnen aan te boren, maar het ziet wel mogelijkheden door bijvoorbeeld het aflopen van een bepaald pro- ject in 1977, waardoor middelen vrijkomen in 1978, dan komt men tochrond. Terwille van het belang van het oroject dat men wil realiseren kan men stellen dat men dan voor éên jaar dat tekort op die begrotina neemt. De voorzitter merkt op dat deze zaak in het college aan de orde is ge- weest, waarbij1-Je mede-overweging van een niet sluitende begroting heeft meegewogen. In het college wordt daarover verschillend gedacht. Spreker persoonlijk - dat komt in feite neer op datgene wat in het college is uitgesproken - kan zich vinden in de principiële strekking van het betoog van de heer Jager.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1976 | | pagina 17