14 apri1 1976
144
om in de derde repel de woorden "een of meer" te schrappen, als daarna
gesteid wordt dat men zich kan voorsteHen dat in een bepaald jaar meer
dan één bepaald project aan de orde zou kunnen komen. Gezien echter de
toelichting heeft hij ook daartegen geen bezwaar.
De voorzitter konstateert dat de raad zich met het door de heer Van
der WaTverwoord voorstei kan verenigen, zodat dienovereenkomstig wordt
besloten.
De heer Jager stelt een nieuwe subdoelstelling voor. Hij is niet over-
tuigd door de reacti e van het college met betrekking tot het voorstel van
zijn fractie inzake het gebruikmaken van de reserves tot een bepaald mi-
nimum. Hij gelooft dat het niet juist is wat het college stelt. Hij denkt
dat allen in deze raad het er over eens zijn dat wij onze reserves tot
een bepaald te handhaven minimum wat zulien moeten gaan gebruiken, omdat
we in de loop der jaren teveel hebben opgebouwd. Hij gelooft dat dit dan
ook nu tot uitdrukking moet komen in de doelstellingenhet is namelijk
niet juist dat men pas, als er sprake is van de niet siuitende begroting,
dat eiement er moet gaan inbrengen. Men kan besluiten, bijvoorbeeld ter
wille van het niet verhogen van de belastingen of wat dan ook, om de re-
serves aan te spreken. Dus het eiement: omdat nu de niet sluitende be-
groting is opgenomen hoeft men over die reserves niet meer te spreken, is
volgens hem niet juist, omdat rnen wei deqelijk ook ter wiile van lasten-
verl ichting, of niet verhoging van lasten, gebruik moet kunnen maken van
de reservesen dat is dus niet gekoppeld aan het hebben van een niet
sluitende begroting. Daarom meent hij dat het opgenomen moet worden in de
formulering zoals die oorspronkelijk ook door het coiiege was voorgesteld.
Wethouder Van Drooqe merkt op dat in de oorspronkelijke tekst vanhet
ontwerp staat: "Het voor de uitvoering van projecten eventueel gebruik
maken van de financiële reserves, onder handhaving van een nog nader aan
te geven minimumbedrag". Bij het introduceren van de mogelijkheid van een
niet sluitende begroting, of wel het bewust streven naar een niet sluiten-
de begroting - want het is niet aan een kalamiteit te danken dat die be-
groting niet sluitend is - wordt dit laatste deel van de tekst wel een
heel rnoeilijke zaak. Spreker meent dat de reserves die we nu hebben, en
die rijkelijk hoog zijn, niet onaantastbaar zijn; men kan natuurlijk stel-
len dat die voor bepaalde doelen gebruikt kunnen worden.
De heer Van der Wal meent dat dit in de afweging naar voren komt. Met
verwijzing naar de notulen van diverse beqrotingsvergaderingen kan dat
r.ooit aanleiding tot misverstand geven. Hij meent dat men op een gegeven
ogenblik gaat afwegen als men een project wil, of we aaarvoor geheei of
gedeeltelijk onze reserves gebruiken en/of verhoqing van inkomsten. Hij
vindt ook, met verwijzing naar de derde hoofddoelstel1ing, die indertijd
in het eerste concept heeft gestaan, dat duidelijk uit het kommentaar
blijkt dat men het daaronder zou kunnen brengen; het zijn middelen.
De heer Jager vindt dat het een mogelijkheid zou zijn om aan de doel-
stelling, die zojuist dankzij V.V.D. en C.D.A. is gewijzigd, een element
d toe te voegen: "eventueel gebruikmaking van de reserves'
De secretaris merkt op dat in subdoelstelling 03.01.03 staat: "toe-
wijzing van middelen koppelen aan....". Het is natuurlijk de bedoeling
dat in de tweede fase sprake is van het toewijzen van middelen voor de