14 april 1976
148
van de heer Van der Wal ondersteunen, maar vraagt daarna toch aanteke-
ning dat zij tegen het geheel bezwaar heeft.
De voorzitter konstateert dat het voorstel van de heer Van der Wal
door de meerderheid van de raad wordt gesteund, zodat dienovereenkom-
stig wordt besloten, met dien verstande, dat de fractie van Progressief
Heemstede geacht wenst te worden tegen de totale subdoelstelling te
hebben gestemd.
Doelstelling I 03.03.
De heer Jager acht het opvallend dat P.H. en V.V.D. hier, afgezien
van formuleringen, op één lijn zitten met betrekking tot de benadering
van dit subsidiebeleid. Hij is het met de V.V.D. eens, en dus oneens
met het college, dat de gemeente als zij gaat subsidiëren, moet afwe-
gen of die aktiviteit subsidiabel is. De V.V.D. formuleert dat met de
woorden: "waar wenselijk en mogelijk". Zijn fractie heeft dit willen
preciseren en gesteld dat de aktiviteit moet passen in de doelstellin-
gen die de gemeente hanteert voor het terrein waarop die subsidie-aan-
vrager werkzaam is. Zij meent dat dit een precisering is van de begrip-
pen "waar wenseiijk en mogelijk", om duidelijk te maken, ook voor men-
sen die subsidie aanvragen, in welk kader zij terecht komen als ze bij
de gemeente aar.kloppen. In de argumer.tatie die de meerderheid van het
colîege in het verleden heeft gebracht tot het afwijzen van de subsidie
aan Release, is nadrukkelijk gesteld dat naar het oordeel van die meer-
derheid de aktiviteiten die Release ontplooide in strijd waren met hun
opvatting. Zij gelooft dat daaruit duidelijk blijkt dat een afweging
plaatsvindt bij subsidie-aanvragen tussen het doel van de aanvrager en
de doelstel1ingen die men als overheid heeft op het terrein waarop de
subsidieaanvraag betrekking heeft. Zij vindt dat een honorabele stel-
lingname, hoewel zij het toen met het oordeel van die meerderheid r.iet
eens was. Zij vindt dat men het recht moet hebben een bepaalde subsidie-
aanvraag af te wijzen omdat deze niet past in onze opvatting over wat
gemeentelijke doelstel1ingen zijn.
Omgekeerd moeten anderen dat recht vanzelfsprekend ook hebben.
Zij acht het volstrekt logisch dat, indien men deze redenering juist
acht, er dan een koppeling wordt aangebracht tussen de doelstellingen
waarover nu gesproken wordt, en het subsidiebeleid. Vandaar dat zijn
fractie de V.V.D. zou willen verzoeken of zij er begrip voor zou kur.nen
opbrengen dat zij hun oordeel "waar wenselijk en mogelijk", in die zin
wat zou willen preciseren.
Het college heeft bezwaar tegen de formulering van zijn fractie, met na-
me tegen de woorden "het meest", in de zin dat gesubsidieerd moet worden
aan die instellingen, verenigingen en groeperingen die het meest bijdra-
gen aan de realisering van de doelstellingen die de gemeente zichzelf
heeft gesteld. Het college zegt daarvan dat een geringe bijdrage dusniet
wordt gehonoreerd. Spreker meent dat die konklusie niet uit die formule-
ring kan worden getrokken. Zijn fractie heeft daarmee slechts willen aan-
geven dat gegeven de schaarste aan middelen, een afweging zal moeten
plaatsvinden v/elke organisaties men bereid is te subsidiëren.
Als voorbeeld zegt spreker dat als er vijf instellingen in deze gemeente
zijn die hetzelfde werk doen, en men in totaal f 500,-- ter beschikking
heeft, men elk van die instellingen f 100,— kan geven, maar dan heeft
geen van die f 100,-- werkelijk effect, in de richting van de doelstelling
die de gemeente wil gerealiseerd zien door middel van subsidiëring van ae
aktiviteit. Het zou heel goed denkbaar kunnen zijn dat men dan stelt dat
het beter is bijvoorbeeld in overleg met de betrokken instellingen, te