14 april 1975 150 gaat over het formuleren van het subsidiebeleid en dat men daarals men normen gaat stellen voor bepaalde kategorieën, natuurlijk het ge- lijke monniken gelijke kappen systeem zoveel mogelijk zal moeten toe- passen, maar dat dit het feit losmaakt dat men bij de formulering van het subsidiebeleid wel degelijk de doelstellingen die men als gemeente heeft, moet afwegen. Op de inbreng van de V.V.D., waar gezegd wordt: "waar wenselijk en mo- gelijk" stelt het college: wij willen iedere schijn van waarde-oordeel vermijden. Ook in de beslissing over een bepaalde subsidienormering zit een waarde-oordeel met betrekking tot het subsidiebeleid. Spreker vindt dat dit moet aansluiten aan de doelstellingen die de raad nu aan het formuleren is voor verschillende terreinen van overheidsbeleid. Dat is de reden dat spreker stelt dat die koppeling aanwezig moet zijn. Spreker heeft de V.V.D. gevraagd of zij kan instemmen met die koppeling met de doelstell ingen. Maar hij heeft er geen bezwaar tegen om mee te gaan met toevoeging van de woorden: "waar wenselijk en mogelijk", met in het achterhoofd dat men die koppeling aan de doelstellingen wel dege- 1 ijk toch wel zal moeten gaan aanbrengen op het moment dat de subs:die- nota ter tafel ligt. De heer Schlatmann onderschrijft het betoog van de heer Jager. De normering is în ander verband al eens aan de orde geweest, ook wel over subsidies sprekend, maar in een ander gezelschap. Normen moet men hebben en als men die norm hanteert dan heeft men een waarde-oordeelHij meent dat juist in onze samenleving het leven naar goede normen een goede zaak is. Daarom wil hij het voorstel van zijn fractie handhaven. De voorzitter zegt dat hij geen normloos bestaan of normlcos opereren heeft verdedigd. Hij heeft getracht duidelijk te maken dat in onze ver- ordeningen grondslagen zijn vastgelegd, die initiatieven in het belang van het welzijn van onze gemeenschap beogen te steunen. Nu gaat het er- om of men een trap opgaat die een steeds verdere verfijning zou moeten kennen in het ai of niet toelaten en honoreren van particuiiere initia- tieven. Hij heeft het daar moeilijk mee. De heer Baar gelooft dat de woorden "waar wenselijk en mogelijk" niet wenselijk zijn. Als de overheid bezig is met een subsidiebeleidzelfs met deze doelstellingen in de hand, en op basis daarvan normen gaat uit- werken, dan steekt daar altijd een waarde-cordeel in. Aan dat waarde- oordeel kan men niet ontkomen; maar hij gelooft dat de overheid wat dat betreft verplicht is zichzelf de nodige beperkingen op te leggeri en dus nooit verder zal mogen gaan dan strikt nodig is. Dat betekent in dit ge- val"gericht op het welzijn van de Heemsteedse bevolking". Einnen dat kader zal het waarde-oordeel moeten blijven. Als men de woorden "waar wenselijk en mogelijk" gaat gebruiken, dan maakt men het kader breder, met alle bezwaren en mogelijke konsekwenties vandien. Dan is de mogelijk heid van onbehoorlijk bestuur meer ingebakken dan wanneer men de redactie handhaaft zoals die thans is.Hij pleit er daarom voor het voor- stel over te nemen zoals dat thans in het ontwerp is geredigeerd. De voorzitter stelt aan de orde het voorstel van de heer Van der Wal tot toevoeging van "waar wenselijk en mogelijk". Spreker konstateert dat de meerderheid van de raad dit voorstel steunt, zodat dienovereenkomstig wordt besloten.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1976 | | pagina 25