157
14 april 1976
meente, het element van bekijken of ook kleinschalige winkelvoorzie-
ningen in zo'n pian gereaiiseerd moeten worden, zou moetep worden op-
genomen. Vandaar dat hij voorstelt die subdoelstellir.g bij 01.02 op
te nemen.
De heer Schl atmann heeft daartegen geen overweaende bezv;aren.
Wethouder Wi1lemse vraagt zich af wat de practische uitwerkingen
hiervan zijn. Welke bestemmingspiannen zullen er r.og komen van een
dermate grote wijk dat men ook nog rekening moet houden met winkelves-
tigingen. Er rest nog één bestemmingsplan van enige omvang - Merlen-
hoven - waarover bewust is gediskussieerd dat binnen dat plan geen
winkels nodig zijn. Hij ziet geen ander plan van een dergelijke groot-
schaligheid. Overigens vindt hij dat dit in elk bestemmingsplan auto-
matisch naar voren zal komen.
De voorzitter konstateert dat de meerderheid van de raad geen be-
zwaar heeft tegen opneming van deze nieuwe subdoelstelling, zodat
dienovereenkomstig wordt besloten.
Doelstelling IV 01.03.
De heer Van der Hulst merkt op dat werkgelegenheid onder andere
ook verbandHioudt met een b'epaald vestigingsbeleid van industrie,
kantoren, enzovoort. Als men deze doelsteliing 01.03 opneemt - waar
hij het mee eens is - dat moet men op de een of andere wijze wei een
visie in het beleidsplan vastleggen die het bereiken van die doel-
stelling mogelijk maakt. Hierbij komt het hoofdstuk ruimteüjke or-
dening weer naar voren. Ergens moet men zich daarvan als gemeente-
bestuur een bepaald beeid gaan vormen, waaraan men een bepaald ves-
tigingsbeleid moet verbinden en daaraan is de werkgelegenheid weer
inhaerent. Dat zijn zaken die nauw met elkaar samenhangen.
De heer Jager wijst erop dat de heer Van der Hulst op zich natuur-
lijk gelijk heeft. In het hoofdstuk ruimtelijke crdening is dan ook
nu een doelstelling opgenomen, mede op voorstel van zijn fractie,
dat de wensen, die uit de overige onderdelen van het beleidsplan naar
voren komen, zullen moeten worden afgewogen en geTntegreerd in de
ruimtelijke structuur van de gemeente. In die formulering zit de to-
tale koppeling van aile wensen vanuit het beleidsplan die gevolgen
hebben voor de ruimtelijke structuur. Dat zijn fractie met he.t C.D.A.
van mening is dat dit' in een wat meer totaalvisie geformuleerd zal
moeten worden, is een ander punt, maar die koppeling is wel degelijk
aanwezig.
De doelstelling v/ordt ongewijzigd vastgesteld.
De voorzitter schorst de vergadering te 17.50 uur en heropent deze
te 18.54 uur.
De voorzitter stelt thans aan de orde hoofdstuk III. Ruimtelijke
ordening en volkshuisvesting.
De heer Rücker brengt naar voren dat het hoofdstuk "ruimtelijke
ordening" näar de opvatting van zijn fractie een zeer belangrijk on-
derdeel vormt van het beleidsplan, zo belangrijk zelfs dat zijn frac-
tie heeft gemeend niet te mogen volstaan met het maken van incidentele
