165 14 april 1976
uit te gaan. Spreker heeft er geen moeite mee het woord "eengezinswo-
ningen" te vervangen door "laagbouw".
De heer Jager heeft er geen moeite mee om eventueel de tekst "bij
voorkeur beperken tot 4 bouwlagen" te laten staan, als men het er
maar over eens is dat in de diskussie over de proeve dat element waar-
schijnlijk toch wel terug zal komen, waarbij dan bekeken kan worden
waar dat in de gemeente per sé moet worden uitgesloten.
Besloten wordt de woorden "eengezinswoningen" en "bij voorkeur" te
vervangen door respectievelijk "laagbouw" en "in principe
Doelstelling III. 03.01
De heer Jager merkt op dat deze doelstelling, zoals die nu gefor-
muleerd is, gezien de diskussie die naar aanleiding van de proeve van
de struktuurnota is gevoerd, voor zijn fractie onaanvaardbaar is. Zij
kan akkoord gaan met een formulering waarin gesteld wordt dat het be-
bouwen van die gronden, die in rechtsgeldig verkregen bestemraingsplan-
nen dus al voor" bebouwing zijn aangewezen, wordt getracht terealiseren
in de periode 1976-1981. Maar voor nog niet in de raad in diskussie
geweest zijnde plannen heeft zij wezenlijk bezwaar om thans uit te
spreken dat daar, ook tot 1981, zo mogelijk bebouwing zou moeten plaats-
vinden. Zij wil dat pas bezien nadat is gesproken over de proeve van de
struktuurnota en, mocht die om de een of andere reden niet tot stand
komen, over de bestemmingsplannen aan de hand waarvan men definitief
dat oordeel kan vellen.
De voorzitter konkludeert dat de tekst dan wordt: "Het gefaseerd be-
bouwen van die gronden in de gemeente, die door de raad in een bestem-
mingsplan voor bebouwing zijn aangewezen", enzovoort, of althans een
tekst van deze strekking.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
Doelstelling III. 03.02
De heer Jager is met het college van oordeel dat de verantwoorde-
lijkheid varri"ë~overheid voor huisvesting zich uitstrekt over alle
groepen van de bevolking. Als men echter kijkt naar de feitelijke si-
tuatie, dan kan niemand ontkennen dat juist voor de grote groep min-
der- en minst draagkrachtigen het woningprobleem verreweg het grootst
is. Hij meent daarom dat het voor de overheid een eerste taak is deze
groep te helpen. Ten tijde van de behandeling van plan "Merlenhoven"
is ook door anderen in de raad gesteld dat de noq resterende bouvmoge-
1ijkheden zoveel mogelijk in de gesubsidieerde sector zouden moeten
worden gerealiseerd. Hij neemt dan ook aan dat ook van die zijde inqe-
stemd kan worden met het voorstel van zijn fractie om vast te stellen
dat in principe de nog te plegen nieuwbouw, afgezien natuurlijk van
incidentele woningplannetjes, in de gesubsidieerde sector zal moeten
plaatsvinden. Wat betreft het argument dat het college daartegen heeft
aangevoerd, namelijk van de in het verleden vastgestelde verdeelsleu-
teldaarvan meent zijn fractie dat die niet meer opgaat. De nu nog
beperkte mogelijkheden zullen nu optimaal moeten worden benut voor het
lenigen van de nood van de meest in de knel zittende groepen. Het is
dan ook om die reden dat zij voorstelt 03.02 aan te vullen met de woor-
den: "waarbij in de eerste plaats aandacht besteed zal worden aan de
minst draagkrachtige groepen" en subdoelstelling 03.02.01 te wijzigen
in: "De bouw van woningen zal in beginsel geheel in de gesubsidieerde