171
14 april 1976
andere voorzieningen in een dergelijke wijk gerealiseerd moeten worden,
met name als men denkt aan ae wijkverbeterinq, waardoor het or.mogelijk
is exact hetzelfde aantal woningen daar te bouwen. Toch meent hij dat
het beginsel om bij sanering zoveel mogelijk te trachten soortgelijke
woningen, passend in de structuur van de wijk en zoveel mogelijk naar
prijs ook geschikt voor de oorspronkelijke bewoners van die wijk - al
kunnen ze er misschien niet allemaal in terugkomen omdat men daar ook
andere voorzieningen wil realiseren - een wezenlijk element is van wo-
ningsanering en wijkverbetering. Daarom stelt zijn fractie voor de vol-
gende formulering te kiezen, die iets is aangepast, vergeleken bij het
oorspronkelijke voorstel"Bij de sanering van woningen die technisch
en/of economisch niet verantwoord kunnen worden aangepast aan de mini-
mumeisen, in principe uitgaan van vervanging door woningen die passen
in de schaal van de oorspronkelijke wijk en naar grootte en waar moge-
lijk ook naar prijs geschikt zijn voor oorspronkeîijke bev;oners". Er
staat: "in principe"; bovendien heeft spreker het idee dat als men een
grote oude villa opkoopt, men niet in de sfeer van werkelijke sanering
doende is. Het gaat hier om de bekende problemen van de wijkjes, die
iedereen kent, zoals de Eikenlaan, en die duidelijk in de toekomst in
de Indische buurt zullen kunnen gaan komen.
De voorzitter vraagt of de heer Jager met de woorden "in principe"
wil uitdrukken dat hij die ruimte ook open houdt voor andere dan de
oorspronkelijke bewoners.
De heer Jager: "Ja".
De voorzitter zegt, waar uiteraard ook aan de toelichting alle aan-
dacht wordt geqeven, omdat dat ook een onderdeel is van de diskussie
en besluitvorming, dat als men dus bij die prioriteit in de eerste
plaats aan vervanging denkt en in de tweede plaats ook aan andere moge-
lijkheden, het verschil eigenlijk geheel is weggewist.
De heer Jager is het daarmee eens. Als het college zegt dat bij hem
ook de vervanging voor dezelfde mensen voorop staat, maar dat niet in
het beleidsplan opneemt, dan vindt hij wel dat we langzamerhand twee
beleidsplannen aan het schrijven zijn, namelijk één met teksten en één
in de notulen. Hij meent dat bepaalde elementen in zo'n tekst opgenomen
moeten worden. Hij heeft geen behoefte om aan zijn eigen formulering
vast te houden, maar weet thans geen betere. Als het element, dat in
eerste instantie aan vervanging voor de oorspronkelijke bewoners wordt
gedacht, op de een of andere manier wordt opgenomen, dan heeft hij er
geen moeite mee.
Wethouder Willemse heeft daar geen bezwaar tegen, maar is bevreesd
dat we ons in een heel vroeg stadium in een te strak keurslijf persen,
waar men in de toekomst moeilijkheden mee zou kunnen krijgen.
De heer Jager zegt dat ook dan bijstelling mogelijk is als blijkt
dat het keurslijf te nauw is.
De voorzitter gelooft dat er inderdaad geen verschil van mening is
over het feit dat dit voorrang krijgt bij mogelijke toekomstige bestem-
mingen. Als men zich in die toelichting kan vinden dan zou hij er geen
bezwaar tegen hebben om dat tot uitdrukking te brengen.