14 april 1976 172 De heer Rücker vindt dat men moet oppassen al te konkreet te zijn in zijn formuleringen, waardoor, als de omstandigheden daartoe aanleiding geven, het college de nodige speelruirnte wordt ontnomen om eventueel de bestemming te wijzigen of aan te passen. Het is ook uit die gedachte dat zijn fractie in ieder geval in de tekst, die het college dan alsnog zal gaan ontwerpen, graan opgenomen zou willen zien dat er wordt gespro- ken over het "bij voorkeur" vervanqen van woningen en niet van "het in principe"vervangen van woningen. Dat vindt zij iets te stringent. De voorzitter konstateert dat de raad zich kan verenigen met de woor- den "bij voorkeur" en dat net formuleren van de tekst aan het college wordt overgelaten, zodat dienovereenkomstig wordt besloten. De heer Jaqer heeft er behoefte aan met betrekking tot de democrati- sering van de woningbouwcornoraties ook een qemeentelijke taak oe zien. Het college verwijst in zijn reactie op het voorstel van zijn fractie terzake naar een landelijke regelirig die in voorbereidrng is met betrek- king tot de grotere invloed van de huurders op het beleid van de bestu- ren van woningbouwcorporaties. Zijn fractie wi1 verder gaan dan het af- wachten van de landelijke regeling. Zij gelooft dat de gemeentelijke overheid een bijzonder grote inbreng, en ook een goede inbreng, met na- me in Heemstede is die zeer sterk, heeft bij het werken van de wonir.g- bouwcorporaties die in onze gemeente opereren. Zij gelooft dat van die goede ingang die de gemeente heeft, gebruik gemaakt zou moeten worden om te bereiken dat binnen die corporaties, waar dat nog nieo net geval is, grotere inspraakmogelijkheden van de huurder op het beleid van de bestu- ren van de woningcorporaties wordt bevorderd. Vandaar dat zij haar for- mulering: "het door middel van overleg stimuleren dat in de woningbouw- corporaties een grotere invloed van de huurders wordt bereikt op het be- leid van de besturen van die corporaties" wil handhaven. De heer Schlatmann merkt op dat als de leden var, een woningcorporatie behoefte hebben aan inspraak, dat in eerste instantie een zaak yan deze leden van de corporaties is om langs daarvoor geëigende wegen dit zelf in hun eigen corporatie tot stand te brenqen. Uit de woorden van de heer Jager maakt hij op dat we een goede inbreng hebben bij een aancal corpo- raties in onze gemeente, er is een prettige samenwerking, enzovoort' waar dat nog niet zo is, moet men van gemeenteweqe zien dat het cp een bepaalde wijze gaat. Dat gaat spreker veel te ver. Principieel meent hij dat de gemeente alleen aanvullend moet gaan optreden als daar behoefte aar, bestaat. Hij heeft niet begrepen dat daar bij een bepaalde woning- bouwcorporatie behoefte aan bestaat in de zin zoals de heer Jager hex for- muleert, en zolang die behoefte niet is gebleken moet men daarvan afblij- ven. De heer Rücker merkt op dat hij uit informatie weet dater een goede samenspraak"is tussen het bestuur van de woningbouwvereniaingen en de be- woners. ûp momenten en onder omstandigheden dat het nuttig is krijger, de bewoners het volle pond. Als men nu een goede situatie heeft, dan gelooft hij niet dat men erqens ook nog om principiële redenen oo de één of ande- re manier deze zaak nog eens moet trachten noq meer optimaal te maken, daardoor het levensgrote gevaar op zich afroepend datmën op een gegeven moment een staat in de staat krijgt. Dan krijgt men bij zo'n woningbouw- vereniging ongezonde toestanden, hetgeen zeker niet ten goede van een

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1976 | | pagina 47