14 april 1976 184 vraagt zich af of men die scholing inzake het milieu-onderdeel voor ambtenaren apart moet gaan vermelden; die scholing heeft men alien nodig De heer Baar sluit zich bij de woorden van de heer Schlatmann aan. Wethouder Reeringh onderschrijft de woorden van de voorzitter. Hij kan zich indenken dat de heer Jager dit van zodanige importantie acht dat hij meent dat het toch zou moeten worden opgenomen, maar hij ge- looft dat men dan nergens blijft met het plan. Het is een geïntegreerd pian; als men goed zoekt, en waar dat van belang is, daar zullen de zinsneden die op het bepaalde geval van toepassing zijn, ongetwijfeld naar voren komen. De voorzitter konstateert dat er geen meerderheid is voor het voor- stel van de heer Jager, zodat de subdoelstelling ongewijzigd wordt vastgesteld. Subdoelstel1ing V 03.01.01 De heer Jager brengt naar voren dat het college zijn fractie verwijt dat haar voorstel inzake deze subdoelstelling niet duidelijk is en voor meer interpretaties vatbaar zou zijn. Spreker gelooft dat de formule- ring die het college nu voorstelt onduidelijker is. Hij neemt aan dat de wethouder voor milieuzaken zich nog zijn eigen vraag zal herinneren ten tijde van de behandeling van het rapport van de commissie Boersma over Hoogovens in de kring milieu van het gewest, waar hij zelf met het probleem van die normstelling is gekomen. De algemeen erkende nor- men waar het college over spreekt zijn allemaal, voorzover ze al be- staan, zogenaamde grenswaardenwaarboven schade optreedt aan de gezond- heid. De vraag waar het nu om gaat is: welk beleid denkt men te gaan voeren? Laat men toe dat de milieubelasting oploopt tot aan die grens- waarde, of zegt men dat de belasting in principe zo laag mogeiijk dient te zijn, maar nooit boven die grenswaarde uit zal mogen komen. Dat "zo laag mogelijk" is dan natuurlijk voor interpretatie vatbaar en daarvoor zijn thans een tweetal benaderingswijzen oangbaar, namelijk "The best technical means", hetgeen wel eens vertaaîd wordt, hoewel het de zaak niet helemaal dekt, met: het nemen van maatregelen overeenkomstig de laatste stand der techniek. De andere benadering is de zogenaamde "the best practicable means", dat wil zeggen: dat rekening wordt gehouden met de economische en bedrijfseconomische situatie op dat moment waarop het bedrijf bepaalde voorwaarden worden opgelegd. Vandaar dat spreker meent dat men een keuze dient te maken als beleidsorgaan ten aanzien van de benadering die men kiest en dat men niet alleen maar kan verwij- zen naar algemeen aanvaarde normen. Voorts zal het noodzakelijk zijn eigen specifieke normen te gaan ontwikkelen voor het gebied waarin men hier zit. Dat zai waarschijnlijk voor een belangrijk deel een geweste- lijke zaak worden, maar toch is het van wezenlijk belang, omdat de aan- vaardbaarheid van milieubelasting, hetgeen een politieke uitspraak is, afhangt van tijd en plaats. Tijd, bijvoorbeeld bij de geluidshinder die 's-nachts erger is dan overdag. Plaats, hinder van bepaalde aard op een industrieterrein is iets anders dan hinder in GroenendaalIn gro- ter verband gezien: een stedelijk gebied stelt andere eisen dan een na- tuurgebied of open ruimte. Het is om die reden dat zijn fractie van oor- deel is dat men moet gaan specificeren in ons beleidsplan welke benade- ring wij kiezen. Zij heeft in haar geformuleerde subdoelstelling geko- zen voor het begrip "best practicable means". Zij geeft aan het terug-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1976 | | pagina 59