in mmmsemtaa
heer Jager er zonder meer van uitqaat dat "normen" betekent: maximaal
toelaatbaar. Hij is het daar niet helemaal mee eens. Men kan in een
geluidssituatie stellen dat maximaal aanvaardbaar is lOOx, maar ideaal
Ox, en daartussen zijn een aantal gradaties. Als men het woord "nor-
men" gebruikt in de zin dat het dus maximaal toelaatbaar is, dan ge-
looft hij dat men een te enge uitleg krijgt van het begrip "norm". Er
zijn in de normstellinq dus gradaties.
Ook wethouder Reeringh vindt de normstelling een moeilijke zaak,
omdat er op dit gebied nog veel ingevuld, aangepast en bedacht zal
moeten worden. Hij gelooft dat als men spreekt van "normen", men de
inhoud zou kunnen verstaan als de heer Van der Wal heeft aanqegeven.
Men moet natuurlijk goed weten v;aar men over praat. De heer Jager
heeft een stukje duidelijkheid in de diskussie gebracht door het
woord "grenswaarde" te introduceren, een term die op het gebied van
het milieu inmiddels algemene ingang heeft gevonden.
Hij gelooft dat er van de zijde van de heer Kettenis sprake is van een
wat algemenere benadering, conform hetqeen hij dan ook als wijziging
heeft voorgesteld, terwijl de heer Jager in dit stadium van vaststel-
ling van deze subdoelstelling een toespitsing voorstaat op een zeer
bepaalde norm. Als men dat in het ooq houdt dan weet men precies waar
men over praat, waarbij hij de wijze van formulering even in het mid-
den laat. Als men de tekst van de heer Jager zonder toelichting moet
lezen, dan is die beslist te onduidelijk om opgenomen te worden. Dan
zou - dat is een kwestie van formuleren - een bijstellinq alleen in
technische zin voldoende zijn. De benadering van de zijde van de heer
Kettenis is wat algemener en dus ook wat vrijblijvender, wat aan de ene
kant wellicht een nadeel is maar aan de andere kant het voordeel biedt
dat een latere toespitsing, als men wat meer ervaring en meer kennis
van zaken heeft kan worden bijgesteld. De kwestie die de heer Jager aan
de orde heeft gesteld betekent een duidelijke keuze en is natuurïijk
een politieke keuze. De laatste stand der techniek gaat het college,
zeker ook gezien het kommentaar, vooralsnog veel te ver, wat trouwens
de heer Jager ook te ver gaat. Met de tweede wijze van benadering "the
best practicable means" wordt rekening gehouden met zowel de technische
als de economische situatie. Daarbij stelt hij de vraag: wat is tech-
nisch adequaat en wat is aan de andere kant economisch nog aanvaardbaar?
De heer Jager zegt dat dit in iedere konkrete situatie door de al dan
niet vergunning verlenende overheid v/ordt bepaald, maar als men het prin-
cipe uitspreekt dat men naar én het technisch laagst monelijke niveau
wil én daarbij ook rekening wenst té houden met de economische positie
van het desbetreffende bedrijf, dan is het een volstrekt duidelijke zaak
dat men dan naar tijd en plaats naar de konkrete situatie zal moeten be-
oordelen. Men kan nu niet vastleggen hoe en wanneer dat is. Inderdaad
kan men bij normen aan verschillende zaken denken. Dat is juist ook zijn
bezwaar tegen de formulering die door het college wordt voorqestaan, dat
in zijn algemeenheid alleen over "normen" spreekt. In het voorstel van
sprekers fractie wordt gesproken over soecifieke normen voor ons gebied,
dat wil dus zeggen zaken die wij in onze regio, of in onze gemeente, wil-
len gaan hanteren; dat zal lager zijn dan de bekende grenswaarde. Maar
zolang die normen er nog niet zijn is het enige waarmee men kan werken
de algemeen erkende grenswaarde.
De heer Baar herhaalt dat de redenering van de heer Jager hem aan-
iÉÉÉ
14 april 1976
186