187
14 april 1976
spreekt. Hij zou het wel od prijs stellen als een wat eenvoudiger re-
daktie zou kunnen worden gevonden.
De heer Van der Wal gelooft dat het enige punt waar het om gaat is,
dat er misschien een zekere angst is dat men op een gegeven moment een
aanmerkelijk verschil van meninq zou kunnen krijgen over wat technisch
en economisch het laagst mogelijke niveau is.
Wethouder Reeringh vraagt zich af of men niet het gevaar zou krijgen
dat men als overheid een beslissing moet gaan nemen over de winstmarge
van een bepaald bedrijf. Hij vraagt zich af of dat een aanvaardbare
zaak is.
De heer Jager is bereid, als dat moqelijk is, tot een vereenvoudigde
formulering te komen
De heer Van der Wal meent dat inderdaad voorkomen moet worden dat
nten een besTissing krijgt in de zin van: dat bedrijf moet dan maar met
minder winst genoegen nemen in een bepaalde situatie.
De voorzitter gelooft dat er geen sprake van was dat men vöör of te-
9en bescherming van milieu is, men kan alleen van mening zijn dat door
een bepaalde keuze of een accentverlegging er toch andere bepaalde ri-
sico s - dat kan weer samenhangen met de filosofische stellingname die
men heeft - opdoemen.
De voorzitter schorst de vergadering te 22.33 uur en heropent deze te
22.46 uur.
De heer Kettenis meent dat de andere fracties zich ook kunnen vinden
in de volge'nde tekst: "Het terugdringen van de verontreiniging van bodem,
water en lucht tot het technisch mogelijke en economisch haalbare niveau".
Dienovereenkomstig wordt besloten.
Subdoelstelling V 03.01.07
De heer Jager wil passend in het kader van zijn oordeel dat de gemeen-
telijke overheid ook voorbeelden dient te stellen, de volgende formule-
ring voorstellen: "Het bevorderen van het gebruik van geluidarme en wei-
nig vervuilende werktuigen en vervoermiddelen door de gemeente en het
openbaar vervoer".
Wethouder Willemse meent dat waar het enigszins mogelijk is dat al
wordt geprobeerd. De laatste kleine veeqauto's lopen bijvoorbeeld al op
L.P;G., wat duidelijk minder vervuilend is dan benzine. In het kader van
millieuhygiëne werkt men zeker aan ontwikkelinq van werktuigen die elek-
trisch worden aangedreven, en als dergelijke apparaten praktisch voor
ons bruikbaar zijn, dan zal dit zeker bij de beslissing over de aankoop
meewegen.
De heer Jager gelooft toch dat het van belang is dat op te nemen,want
als men wei in de richtingvan het openbaar vervoer wijst dat zij wat
moeten doen aan deze materie, dan moet men ook als gemeente zelf daar
wat aan willen doen.
De voorzitter konstateert dat de raad zich daarmee kan verenigen, zo-
dat de subdoelstelling dienovereenkomstig wordt gewijzigd.
De voorzitter schorst de verdere behandeling van het beleidsplan tot
de vergaderir.g van 29 april en sluit de vergadering te 22.55 uur.