14 april 1976
134
duidelijk meer accent krijgt, vindt hij het tekort doen aan de taak
die het college nadrukkelijk heeft in de voorbereidende fase van de
besluitvorming van de raad. Een meerderheid van een commissie zoudan
die taak overnemen. Hoorzittingen kunnen een doel hebben en dan zijn
er allerlei mogelijkheden om het college daartoe te krijgen. Als_het
in een overleg op initiatief van het college, dat uiteraard vanuit de
raad kan worden beïnvloed, een bezwaar is dat leden van een commissie
geen vragen zouden kunnen stellen, dan zijn dat natuurlijk zaken die
te regelen zijn. Het gaat het college erom dat een commissie zelfstan-
dig een rol gaat spelen, waarvan het college meent - met steun overi-
gens van zijn kant voor een in het geheel gezien versterkte positie
van de raad - dat dit, gezien de duidelijk initiërende voorbereidende
taken en positie van het college, alleen met sanktionering van de raad
kan geschieden. Als een commissie met een meerderheid kan zeggen dat
het een hoorzitting gaat houden, dan vindt het college dat in de ver-
houding raad-college geen zaak die zou dienen te worden bevorderd.
De voorzitter schorst de vergadering te 14.59 uur en heropent deze
te 15."07 uur.
De heer Kirschbaum verschijnt te 15.03 uur ter vergadering.
De heer Baar deelt mede dat zijn fractie toch wel gevoelig isvoor
het scheppen van bepaaide mogelijkheden. Het woord "hoorzitting" vindt
zij te zwaar, de term "het horen van anderen dan ambtenaren" acnt zij
beterwant daar gaat het in feite om en dat ligt enigszins in het ver-
lengde van wat zojuist is besproken. Zijn fractie zou ermee akkoord
kunnen gaan als er een subdoelstel1ing in deze richting kcmt. Een be-
sluit daartoe zal uiteraard door de meerderheid van de commissie moeten
worden genomen.
De fractie van de heer Van der Wal sluit zich aan bij de woorden van
de heer Baar. Het lijkt spreker nuttig als met betrekking tot hoorzit-
tingen eens zou worden overwogen, regels te stellen waardoor ook leden
van de commissie recht hebben vragen te stellen.
De voorzitter zou het in nog iets sterkere vorm willen uitdrukken,
namelijk dat het college en commissie samen iets kunnen beleggen.
Spreker constateert dat de door de heer Baar naar voren gebrachte tekst
door de raad wordt ondersteund, zodat dienovereenkomstig wordt beslo-
ten.
De fractie van de heer Jager voelt zich verplicht in haar stelling-
name van tijden her te blijven pleiten voor de mogelijkheid dat ook
niet-raadsleden als volledig lid in raadscommissies worden opgenomen.
Zij wijst op de mogelijkheid die daartoe destijds in de gemeentewet is
opgenomen, alsmede op de situatie dat in feite materieel gesproken de
Heemsteedse Sportstichting als een dergelijke commissie in de Heemsteed-
se situatie functioneert. Ook de verkeerscommissie is daarvan een dui-
delijk voorbeeld. Hij meent dat het college in het verleden van deze
argumentatie ook gebruik heeft gemaakt om zich te verzetten tegen po-
gingen de Sportstichting te laten verdwijnen. Hij wijst er cok op dat
tijdens de diskussie over de wijziging in de verhouding in de onroe-
rend-goedbelasting tussen zakelijk gerechtigden en gebruikers, van de
zijde van het college gesteld is dat de verhouding 12 15 toch in de
