4e afd.
29 april 1976
57
4. met verv/ijzing naar de door de raad aanvaarde nota "De toekomst van
Zuid-Kennemerland" er bij gedeputeerde staten op aan te dringen dit
standpunt terug te nemen en afhankelijk te stellen van het bij de
voorbereiding van het voorontwerp-streekplan te betrekken onderzoek
naar die gevolgen en in verband daarnede naar de wenselijkheid en
mogelijkheid van planologische verantv/oorde afrondende woningbouw
voor onze regio gericht op een meer gestabiliseerd bevolkingsDatroon.
V. ten aanzien van de stadsvemieuwing:
omtrent de door gedeputeerde staten toegezegde bestuurlijke steun ten
behoeve van het doen siagen van het proces van de stadsvernieuwing on
nadere toelichting te vragen, temeer waar de resultaten binnen het
raam van de in de nota gestelde mogelijkheden daartoe, tot dusverre
weinig bemoedigend zijn.
VI. ten aanzien van de wegen:
met betrekking tot de aangeduide v/egenoplossing ten behoeve van onze
regio erop te wijzen, dat de door gedeputeerde staten onlangs weer ge-
activeerde regionale knelpuntencommissie voor de wegen, waarin het ge-
west vertegenwoordigd is, terzake nadere studies zal verrichten, op
grond waarvan te zijner tijd een standpunt zal worden bepaald.
VII. ten aanzien van het industriegebied langs de zuidoever van het
Noordzeekanaal
aan gedeputeerde staten in overweging te geven de bestemming "handel
en nijverheid" zodanig te preciseren dat de vestiging van basisindus-
trieën in dat gebied onmogelijk wordt en als enig juiste oplossing te
bepalen dat de westeiijke begrenzing van dit industriegebied in over-
eenstemming wordt gebracht met het in procedure zijnde besteimiingsplan
van de gemeente Haarlemmerliede en Soaarnwoude en bijqevolg dient te
worden getrokken langs de Machineweg; ondersteuning voor deze grens-
legging kan worden qevonden in de Kroonuitspraak dd. 8 september 1975
inzake het door de raad van de gemeente Velsen oo 29 april 1970 vast-
gestelde bestemmingsplan "De Velserbroek"
Deze bestemmingswijziging en beperking van het industriegebied doen ons
vooralsnog van mening zijn dat er geen behoefte is aan aansluiting van
de Zuidelijke Basisweg op Rijksweg 6. -5-
