198
29 april 1976
allereerst zijn voor het kind, en dat is ook duidelijk in de doelstel-
ling zelf tot uitdrukking gebracht. "Algemene vorming en harmonische
ontwikkeling" houdt in dat het individu ook vertrouwd moet worden ge-
maakt met de maatschappelijke verschijnselen, daar is zij het mee eens,
maar het mag er niet door overspoeld worden. Vandaar dat zij bereid is
het voorstel van de fractie van P.H., wat betreft het nieuwe uitgangs-
pur.t b, te ondersteunen.
Wethouder Van Drooge is van oordeei dat de heer Van Emmerik goed werk
heeft verricht door deze zaak wat op te fleuren en te "verwarmen"; het
is te betreuren dat hij voor wijziging var, het woord "individu" niet voi-
doende aanhang in de raad heeft kunnen vinden. Over dt toevoeging van rr.e-
vrouw Diel blijkt overeenstemming te bestaan in de raad. Spreker meent
wel riat men met deze doelsteliing iets nieuws iritrcduceert wat een heel
ander karakter heeft gekregen dan weike het college er aan gaf; hij heeft
echter begrepen dat de raad het over deze formulering eens is, zodat het
coliege het uitgangspunt b van de fractie van P.H.als nieuw punt d zal
overnemen. Ook in de formulering, zoals de heer Van Emmerik die heeft ge-
geven, en met name de zinsnede: "op het zich eigen maken van vaardigheden,
waaronder kritisch onderscheidingsvermogen, voor een functioneren in de
samenieving" kan de raad zich vinden, zo heeft soreker oegrepen. Persoon-
lijk vindt spreker "het kritisch onderscheidingsvermogen" weer weinig
warm; het lijkt hem dat dit ook gemist zou kunnen worden.
De heer Van Emmerik herhaalt dat do doelsteiiing aus komt te luiden
ais volgt: ""Het onderwijs dient aliereerst gericht te zijn op de algemene
vorming en de harmonische ontwikkeling van het individu en op het zich
eigen maken van vaardigheden, waaronder kritisch onderscheidingsvermogen,
voor een functioneren in de samenieving, vanuit de persoonlijke vercnt-
woorde'i ijkheid"
De heer Jager merkt op dat dan toegevoegd wordt als uitgangspunt d:
"Het bevorderen dat in het onderv/ijs maatschappelijke verschijnselen be-
spreekbaar zijn"
De voorzitter konstateert dat de raad zich met de tekst van de doel-
stelling, zôäTs door de heer Van Emmerik is voorgedragen, aismede met het
voorgestelde punt d als uitgangspunt, kan verenigen, zodat dienovereenkom-
stig wordt besioten.
Subdoelstelling VII 01.01.01
Mevrouw Snoep merkt op dat haar fractie heeft voorgesteld inplaats van
"mavo-onderwijs'T te stellen "voortqazet onderwijs". Ondanks het antwoord
van het colleqe hierop wil zij nonmaals vraqen waarom niet sprake kan zijn
van "voortgezet onderwijs". Men maakt hier een plan voor de toekomst eri
als het misschien nu niet mogelijk is, dan hoeft dat noq niet te betekenen
(iat het riooit moqelijk is.
De fractie van mevrouw Diel had als doelstellirig gegeven: "het zorqen
vcor voldoende moqelijkheden voor hec volgen van onderwijs, waar nodig in
regionaal verband". Dat vindt zij hier wezenlijk en zoii dat dan ook graag
géhar.dhaafd willen zien. Als overheid heeft men de taak voor voldoende on-
derwijsvoorzi-eningen te zorgen, eventueel in overleg met andere gemeenten.
De 1 .o.m.-school is daar een duideüjk voorbeeld van. Zij zou daarom het
woord "mavo" vervangen willen zien door "voortgezet onderwijs".
De heer Jager zegt dat zijn fractie inderdaad het begrip "voortgezet
onderwijs" TTever zou zier,, niaar zij wil het r.og iets algemener stellen,
namelijk: "het bevorderen van onderwijs". Mevrouw Diel heeft reeds het
