dm 202 29 april 1976 ling - de geestelijke volksgezondheid - waarvan de raad heeft gesteld dat dat een ir.strument is. Nu komt precies hetzelfde naar voren, en als men konsekwent wil zijn, dan moet men ook nu konkluderen dat hier sprake is vari een instrument. Wethouder Van Drooge zegt dat de stichtir.g het instrument is. De voorzitter merkt op dat we natuurlijk, omdat we een instrument bij de hand nebben, aan de stichting der.ken, maar hij zou het onjuist vinden als.hier onder de subdoelstelling de middelen werder, aangeduid, en daar haa men het straks moeilijk mee dcordat de instellingen op tafel kwamen. De heer Baar zegt dat dan zojuist die instelling had moeten vervallen en alleen de woorden "financiële steun" had moeten worden ingevuld. De subdoelstel1ing wordt ongewijzigd vastgesteld. Subdoeisteilinq VII 01.01.09 De heer Van Emmerik brengt naar voren dat als men nog ecns terugblikt op de subdoelstellingen onder deze eerste doe1s".ell ing, men dan een sub- doels tel lir.g mist over de samenwerking tussen de scholen en de schoolbe- geleidingsdiensten. Er wordt in een eerdere subdoelstelling wel gesproken over de samenwerking tussen S.A.D.'s onderling, maar aari het einde hier- van gekomen, mist men een doelstelling waarin dat duidelijk geformuleerd wordt, want een zo goed moqelijk sameriwerken tussen de scholen en de schooladviesdienst is minstens zo belangrijk. Hij vraagt zich dus af of niet alsnog een subdoelstelling van dien aard zou moeten worden ingevoegd. Die zou dan kunnen luiden: "Het bevorderen van een zo goed mogelijke sa- menwerking tussen de scholen en de schooladviesdiensten". Wethouder Van Drooge lijkt het zeer nuttig dat cp te nemen. Hij gelooft dat net net zo belangrijk is, zo niet belangrijker, als de saner.werking tussen beide adviesdiensten, want het gaat uiteindelijk om een vruchtbare samenwerking. üe voorzitter konstateert dat de raad zich kan verenigen met deze nieu- we subaoe Iste I nng, zodat dier.overeenkomstig v/ordt besloten. Subdoelstel1inq VII 01.02.01 De fractie van de heer Van Emmerik had nier een amendement ingediend. Nu staat vermeld: "de integratie van kleuteronderwijs en lager onderwijs tot stand brengen". Haar voorstel was: "Het bevorderen van de integratie tussen het kleuter- en het lager onderwijs". Het coilege heeft dat afge- wezen met het argument: "'Het is een taak van de aemeente de integratie tot stand ta brengen". Daar gaat spreker mee akkoord zolang het gaat om de taak van de gemeente ten aanzien van het openbaar onderwijs als bestuur van het openbaar onderwijs, maar het tot stand brengen van de integratie tussen kieuter- en iager onderwijs in de sector van het bijzonder onder- wijs is duidelijk de bevoegdheid van de bijzondere best.uren. Van daaruit gezien blijft zijn fractie de formulering die zij had voorgesteld beter vinden. Wethouder Van Drooge acht dit op zicn natuurlijk juist, maar hij wijst op de onderlijncie passage aan het begin van dit hoofdstuk, die juist zo is geconcipieerd om dit soort zaken te voorkcmen. Hij meent dat'tegen de- ze achtergrond de huidige redaktie zoukunnen worden gehandhaafd. De heer Van Emmerik zegt dat die préambule bcven dit hoofdstuk hem niet was ontqaan. Het is het enigc hoofdstuk waar naar zijn nening riiet ten on- rechte een préambule boven staat, en juist vanuit die préambule redenerend

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1976 | | pagina 14