29 apri1 1976 203 is zijn fractie tot dit voorstel gekomen. Als de wethouder dus nu tegen dit voorstei argumenteert vanuit deze prêambule, dan gelooft spreker dat hij de zaken op zijn kop zet. Zijn fractie blijft er dus bij dat de- ze formulering beter is dan de formulering die er nu staat. De heer Jager meent toch dat men zou willen vasthouden aan de formu- lering zoals die nu in het plan staat. In de préambule staat: "waarop het schoolbestuur bij uitsluiting bevoegd is". Hij heeft de indruk dat het bestuur van de bijzondere scholen op zeer korte termijn niet meer bij uitsluiting bevoegd zal zijn als het gaat om de integratie tussen basis- en kleuteronderwijszodat dit wel degelijk op een gegeven mo- ment een gemeen telijke taak, en ook een inspectietaak en dergelijke, zal zijn ten aanzien van die integratie. Hij gelooft daarom dat het juist is wat in het voorstel van het college staat geformuleerd waarbij, als er een eventueei gedeelde verantwoordelijkheid van gemeente en bij- zonder schoolbestuur is, dit dan door de woorden "bij uitsluiting be- voegd" gedekt wordt. De heer Van Emmerik gelooft dat in wezen hetzelfde bedoeld v/ordt.Hij is geneigd, met deze zeer duidelijke kanttekening erbij, om genoegen te nemen met deze formulering. Ten aanzien van het argument van de hêer Ja- ger zegt spreker dat er uiteraard een taak is van de gemeente, maar die is er op vele andere terreinen waar de besturen bevoegd zijn. Een uit- sluitende bevoegdheid van de besturen zal maar bij een betrekkelijk ge- ring aantalzij het dan uiteraard zeer beiangrijke terreinen, aanwezig zi jn. De voorzitter konstateert dat deze subdoelstelling ongewijzigd wordt vastgesteld. Mevrouw Diel steit voor een nieuwe subdoelstelling op te nemen inzake het voorlichten van ouders over mogeiijkheden die het bezoek aan een peuterspeelplaats kan bieden bij de ontwikkeling van het kind. Het col- lege heeft op het desbetreffend voorstel geantwoord dat dan öok de r.ade- len van een peuterspeelplaats moeten worden belicht. Haar fractie heeft daartegen geen bezwaar. Zij ziet trouwens niet in waarom men dat ook niet een taak vindt voor de gemeente. In hetzelfde vlak ligt ook de on- derwijsgids, die zojuist is uitgekomen. Zij stelt daarom voor deze sub- doelstelling alsnog op te nemen met de'tekst: "Het voorlichten van ou- ders over de mogelijkheden die het bezoek aan een peuterspeelplaats kan bieden bij de ontwikkeling van het kind". Wethouder Van prooge heeft het met deze nieuwe subdoelstelling niet moeilijk. Hij merkt op dat de vergelijkinq met de onderwijsqids enigs- zins mank gaat, qezien het karakter van de peuterspeelplaats. De heer Van Emmerik zeqt dat de voorlichting over de nadelen natuur- lijk ook een kans moet krijgen. Dat zou zich niet verdragen hebben met de formulering van de doelstelling zoals die eerst luidde, doch door wijzi- ging van het woord "voordelen" door "mogelijkheden" is de formulering juist, en zal zijn fractie daar geen bezwaar tegen hebben. De voorzitter konstateert dat deze nieuwe subdoelstel1ing wordt aan- vaard, zodat dienovereenkomstig wordt besloten. Doelstel1ing VII. 02.02. De heer Van Emmerik brengt naar voren dat zijn fractie vcorstandste'- is van culturele vorming, met name van de jongeren. Haar vraag was: hoe

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1976 | | pagina 15