29 april 1976
219
XV. Vernieuwinq hoofdrijbaan gedeelte Zandvoortselaan tussen Lai'dse-
vaartweg en genieentegrens (volgnr.49)
De voorzitter deelt mede dat de commissies voor openbare werken
en voor het gas-, het water- en het elektriciteitsbedrijf zich met
het voorstel kunnen verenigen.
Wethouder Reeringh deelt aan het adres van de leden van de conunissie
voor de bedrijven en in het bijzonder aan de heer Van der Hulst mede,
dat in de stukken onder "vervoer" "J" stond eri achter "straatwerk" "j".
"J" had betrekking op het volgende. Het betreft hier een project van
gasbuizen en waterbuizen, dat gezamenlijk wordt uitgevoerd. Vandaar dat
de helft van de vervoerskosten ten laste van het waterbuizennet wordt
gebracht en de andere helft ten laste van de gasbuizen. Inzake de breuk
"J" is het zo dat ondanks het feit dat we ons gelukkig mogen prijzen
dat we nu een gemeenteiijk ge'întegreerd technisch bedrijf hebben, noch-
tans niet voorkomen kon worden dat de herbestrating van het wegdek ten
aanzien van sornmige pijpen en buizen onder de grond niet breed genoeg
"is geweest. Er zal dus noq wat straatwerk moeten worden verricht buiten
het wegdek. Een enkel mangat zal in de grond geboord moeten worden waar-
door de mensen van de bedrijven zich op en neer zullen moeten bewegen
om de laatste reparaties te verrichten. De helft van die werkzaamheden
komt ten laste van openbare werken, de andere helft betreft weer water
en gas; x is J. Vandaar.deze breuk.
Het ontwerp-besluit wordt zonder hoofdelijke stemming vastgesteld.
XVI. Herstraten trottoirs Res Novaplein (volgnr.50)
De voorzitter deelt mede dat de commissie voor openbare werken zich
met het voorstel kan verenigen.
Het ontwerp-besluit wordt zonder hoofdelijke stemming vastgesteld.
XVII. Vernieuwen voetbruq over de Zandvaart (volgnr.51)
De voorzitter deelt mede dat de commissie voor openbare werken zich
met het voorstef kan verenigen.
De haer Van der Hulst heeft in de commissie de wens uitqesproken te
bezien of het mcgelijk îs een deel van de schuin onlopende gedeelten
van de brug als luie trap uit te voeren in verband met oude mensen die
daar ook gebruik van maken. Het onderzoek daarnaar wacht hij graag af.
Voorts vraagt hij of de doorvaarhoogte van de brug in overeenstemming
is met de doorvaarhocgte van de IJzeren Brug. Er is aan gedacht dat de
doorvaarhoogte daar v/at groter zou zijn. Vanuit zijn fractie is daarorn
gevraagd of het weI nodig is bij de ene bruq een hogere doorvaarhoogte
te hebben dan bij de andere brug. Dat zou eventueel de beloopbaarheid
van oe voetbrug ten goede kunnen komen.
Wethouder Willemse zegt dat het college zal bekijken of er een stukje
luie trap bij kan komen. De doorvaarnoogte hoeft inderdaad niet hoger te zi jn
dan de doorvaarhoogte van de IJzeren Brug. Er is ter plaatse wat vaar-
verkeer van plezierbootjesals deze brug hoqer is geprojecteerd dan de
IJzeren Srug, dan is dat niet nodig. Het college zal dit nader onderzoe-
ken.
Het ontwerp-besluit wordt zonder hoofdelijke stemming vastgesteld.