228
29 apn'l 1976
De voorzitter konkludeert dat de raad met deze nota kan instemmen,
met kanttekening uiteraard van de gemaakte opmerkingen en voorbehouden.
Het ontwerp-besluit wordt zonder hoofdelijke stemming vastgesteld.
XXII. Begrotingswijziqingen.
De voorzitter deelt mede dat de commissie voor de gemeentefinan-
ciën zich met de voorstellen kan verenigen.
Wijziging gemeentebegroting 1975, model D, nr. 43;
Wijziging qemeentebegroting 1976, model D, nrs. 21 t/m 29;
Wijziging begroting gasbedrijf 1976, nrs. 8 en 9;
Wijziging begroting v/aterbedrijf 1976, nrs. 5 en 6;
Wijziging begroting elektriciteitsbedrijf 1976, nrs. 9, 10 en 11.
De ontwerp-besluiten worden zonder hoofdelijke stemming vastgesteld.
De voorzitter stelt vervolgens aan de orde de voortzetting van de
behandëTing van het beleidspian.
Subdoelstellinq VIII 01.01.01.
De heer Van der Hulst heeft begrepen dat het stimuleren voor het
college niet kan bestaan in het geven van opdrachten aan zelfstandige
kunstenaars. Zijn fractie kan daar echter wel achter staan, omdat zij
meent dat die gewoonte op andere terreinen wel door het college wordt
gevolgd. Als er bijvoorbeeld bepaalde incider.tele uitvoeringen zijn
dan wordt er door de gemeente in al dat soort zaken niet alleen ge-
stimuleerd maar ook duidelijk geldelijke steun verleend. Vandaar dat
zijn fractie ervoor wil pleiten t.och de mogelijkheid te openen opdrach-
ten te geven aan zelfstandige kunstenaars, omdat dat een grote stimu-
lerende werking kan hebben.
De heer K1os wil de woorden van de heer Van der Wulst gaarne onder-
steunen, maar voegt er aan toe dat het niet alleen een kwestie van cp-
drachten geven hoeft te betekenen, maar het zou bijvoorbeeld ook een
vorm van uitkering van een stipendium kunnen zijn ter stimulering of
"het kopen van etsen". Er zijn tal van aktiviteiten rnogelijk waardoor
een zelfstandige kunstenaar geaktiveerd kan worden.
De voorzitter zegt dat het voorstel van het C.D.A. dus is: het sti-
muleren van de werkzaamheid van culturele instellingen en zelfstaridige
kunstenaars. Het stimuleren van een zelfstandige kunstenaar acht het
college geen gemeentelijke taak, zn heeft het college medegedeeld. Dit
voorstel van het C.D.A. dient dus als vervanging voor 01.01.01.
De heer Van der Wal vraagt of het woord "zelfstandige" een beperking
in zich heeTtT
De heer K1 os zegt dat een zelfstandige kunstenaar een kunster.aar is
die niet in loor.dienst is.
De heer Kettenis merkt op dat een kunstenaar vaak niet in loondienst
is.
Wethouder Sprangers vindt dat een kunstenaar natuurlijk in dienst-
verband kan werken, hij kan bijvoorbeeld leraar zijn of aan ëén of an-
der bouwwerk verbonden zijn.
De neer Klos zegt dat bijvoorbeeld mensen die aan een orkest verbonden
zijn ;n loonïïTëhst zijn, maar ook als zelfstandig kunstenaar kunnen ope-
reren.