194
29 april 1976
te leven, met respekt voor een andere levensbeschouwing. Mensen ook die
in staat zijn zelf de maatschappijvorm te kiezen waarin zij willen le-
ven. Haar fractie vindt dat doelstelling 01.01 dit voldoende onder woor-
den brengt.
De heer Van Emmerik merkt op dat al eerder van hoofdstukken van het
beleidsplan is gesteld dat ze belangrijk zijn. Van het hoofdstuk onder-
wijs zou hij willen stellen dat het bepaald niet onbeiangrijk is, waar-
mee hij dan wil uitdrukken hoe hoog, zeer hoog namelijk, hij dit onder-
werp waardeert.
Vergeleken met het ailereerste concept zijn er nogal wat veranderingen
aangebracht. Dat begon ai naar aanleiding van opmerkingen die în de
raadscommissie zijn gemaakt. Daarna zijn er voorstellen vanuitde frac-
ties gekomen, zeker ook vanuit zijn fractie. Er zijn vaak nuttige veran-
deringen geweest, waardoor het hoofdstuk er in het algemeen door ai deze
bijdragen zeker niet slechter op is geworden.
Mevrouw Diel brengt naar voren dat de doelstelling, zoais die in het
beleidsplan staat geformuleerd, op bepaalde punten verschilt van datge-
ne wat haar fractie naar voren heeft gebracht. Bij eerdere gelegenheden
heeft haar fractie al laten merken dat zij vindt dat in deze gemeente
een goed beleid wordt gevoerd ten aanzien van de infrastruktuur van het
onderwijs. Haar fractie heeft altijd het gevoel gehad dat het gemeente-
bestuur openstaat voor nieuwe ontwikkelingen op onderwijsgebied. Er
wordt gestreefd naar goed uitgeruste gebouwen, het bedrag per leerling
is beslist niet laag te noemen, muzikale vorming krijgt een heel andere
aanpak dan bij de meeste gemeenten het geval is. Kortorn, een beleid dat
wat de maferiële zijde betreft haar instemming heeft. Daarom heeft het
haar fractie juist zo bevreemd dat haar optiek, van waaruit zij denkt
een modern onderwijsbeleid te voeren, kenneiijk zo verschilt van die
van de meerderheid van het college. Zelfs het v;oord "onaar.vaardbaar" is
gebruikt. Zij heeft in haar doelstelling een t'weetal elementen gebracht
waaraan in het onderwijs tegemoet zou moeten worden qekomen.
Haar fractie vindt dat de vorming in het onderwijs zö zou moeten zijn
dat leerlinqen kritisch leren denken ten aanzien van de maatschappelij-
ke struktuur of, als dat woord wat beladen is, de sarnenleviog. Daaruit
vloeit logischerwijze voort dat leerlinqen ook kritisch zullen zijn ten
aanzien van hun eigen situatie. Eenvoudiq gezegd: leerlingen moeten
zelf leren nadenken, hur. eigen oordeel leren vormen. Om dat te bereiken
is maatschappelijke vorming haars inziens noodzakelijkOverigens re-
kent zij ook onder maatschappeiijke vorming: het stimuleren van zeif-
werkzaamheid, bevordering van eigen inbreng, leren samenwerken, zich
geen gedragspatroon laten opdringen bijvoorbeeld uit cnzekerheid of wat
dan ook. Maatschappelijke vorminq is dus noodzakelijk, of met andere
woorden, het uitgangspunt van haar fractie citerend: dat er een verbre-
ding van het onderwijs plaats zal moeten vinden zodat maatschappelijke
verschijnselen toeqang tot het onderwijs zullen krijgen. Er zijn tal van
vakken zoals geschiedenis, aardrijkskunda, »:-conomie, waariri aanknopings-
punten te vinden zijn met dat wat in de maatschappij leeft en die daar-
door een beter inzicht in de maatschappeljke verhoudingen kunnen bewerk-
stelliger., nits die link tussen de opgedane kennis en maatschappij wordt
gelegd, en kennis, dat wil zij er uitrirukkelijk aan toevoegen, blijft
noodzakelijkKennis is geen doel op z.chzelf, maar een middel de wer-
kelijkheid te kunnen hanteren. Ook een citaat van minister Van Kemenaede
past hierin: werkelijke sociale bewustwordir.r vereist kennis op tal van
terreinen; die opgedane kennis moet men meer in de maatschappij kunnen