262
26 mei 1976
het college in de volgende raadsvergadering de resultaten kent. Spreker
refereert in dit verband aan de brief van 6 mei over de tweede fase van
het beieidsplan, waarin het coliege op bladzijde 2 samenvattend heeft
gesteld: "Met betrekking tot het tijdschema voor de behandeling van de
tweede fase is uitgangspunt geweest uw wens dat tegelijk met de aanbie-
ding van de begroting voor 1977 u de volgende stukken zullen worden
aangeboden: 1. de meerjarenbegroting ongewijzigd beleid; 2. een voor-
stel van ons college met betrekking tot de keuze van projecten op basis
van -de door de raad vastgestelde prioriteiten. Om dit mogeiijk te maken
zullen vöör 15 juli 1976 de orioriteiten tussen de projecten van lijst
I vastgesteid moeten worden". Het is dus in dat licht dat spreker wijst
op het streven de begroting 1977 te plaatsen in het kader van het meer-
jarenbeleid. Als 15 juli uit het oog zou worden verloren dan kan in re-
delijkheid niet meer worden verwacht dat de begroting 1977 kan worden
meegenomen in dat geïntegreerde meerjarenbeleidHet college heeft ze-
ker de maand augustus nodig om mede aan de hand van de prioriteiten die
de raad vaststelt de zaak voor te bereiden op een wijze, die uiteraard
ook voor het coilege nieuw is, wil men de marsroute, die in september
pleegt in te zetten, op tijd volbrengen, zodat de begroting 1977 ook
zijn verder beloop kan hebben.
De heer Jager begrijpt dit beroeD van het coliog- welmaar heeft
er moeite mee. Men kan nu een zeer uitgebreide technische diskussie
gaan voeren over de wijze van prioriteitsteliing en de problemen die
juist daarmee zijn gerezen, maar die voor hem juist twijfel geven voor
de haalbaarheid van het vaststelien van de prioriteiten in de volgende
raadsvergaderingalthans van de doelsteilingen en subdoelstellingen.
Spreker stelt voor na afloop van deze vergadering met de leden van de
commissie voor algemene bestuurszaken een afspraak te maken om op zo
kort mogelijke termijn bij elkaar te komen om te spreken over de ver-
dere gang van zaken rond die prioriteitstelling.
De voorzitter vindt dat een uitstekend voorstel
De fractie van de heer 3aar wil met het college aan de planning
vasthouden. Zijn fractie heeft zich op het standpunt gestela dat er een
prioriteitsteiling heeft plaatsgevonden en dat er nu al een indikatie
aanwezig is. Er is kennelijk alieen een verschii van methodiek geweest
bij de verschillende fracties, waardoor de uitslag niet helemaal bevre-
digend is, althans niet om daar voor 100% voor de toekomst op te kunnen
bouwen. Er is echter niet voor niets gewerkt. Er is een stuk huiswerk
verricht en spreker meent dat het een nuttige invuloefening is geweest,
die thans zeker al een indikatie geeft. Het standpunt van zijn fractie
is dat men deze indikatie thans moet laten voor wat zij is en eenvoudig
moet doorgaan met de lijst van projecten en de prioriteitsteiling daar-
binnen. Intussen kan dan worden getracht de prioriteitstelling van de
doelstellingen te verbeteren. Daarbij zal eerst overleg moeten worden
gepleegd over de methode waarop men te werk moet gaan. De fracties moe-
ten tot dezelfde methodiek komen en als deze gevonden is kan ieder voor
zich opnieuw de invulling verrichten, hetgeen dan tot een nog duidelij-
ker uitkomst zal leiden dan thans het geval is. De volgende raadsverga-
dering. lijkt spreker een bijna onhaalbare zaak. Hij gaat akkoord met de
suggestie om in het kader van de commissie voor algemene bestuurszaken
dit aspect nader onder ogen te zien.
Ook de voorzitter lijkt het het beste dat de commi'ssie voor algemene
bestuurszaken, zeker nu in eerste instantie, het "platform" wordt om dit