26 mei 1976 263 verder uit te diepen. De zorgen die spreker op dat stuk heeft houden ook verband met de afspraak die we hebben lopen met betrekking tot de begroting voor 1977. üe heer Schlatmann meent mêt de heer Baar dat er een bepaalde indi- katie voor het college ligt. Hij vindt ook dat het voor het werk voor het college de keuze die gemaakt zou worden over de projecten het be- langrijkste was. Maar dat is een zaak die daarbuiten valt. Voor de zorg die het college heeft om het in te bouwen in de begroting voor 1977 heeft het hoofdzakelijk de projecten nodig. De financiële ruimte die de begroting biedt voor het inpassen daarin van de projec- ten, naar rato van vclgorde en mogelijkheden, is een zaak die dus later aan de orde komt. Ook spreker is bereid omtrent de tijdstippen in over- leg te treden. Het lijkt hem weinig haalbaar deze zaak voor de juni- raad te kunnen behandelen. Spreker begrijpt dat de voorzitter een waar- schuwend geluid laat horen, maar hij meent dat dit ten aanzien van de begroting niet direct van toepassing is. Spreker doet in het algemeen een beroep op het college om rekening te houden met het feit dat de raadsleden maar een beperkte tijd beschikbaar hebben; het is wel eens nodig te beseffen dat de mogelijkheden in dezen begrensd zijn. Hij vindt dat de realiteit geweld wordt aangedaan rnet te veronderstellen dat een hernieuwde beschouwing van deze doelstellinaen en subdoelstel1in- gen in de methodiekdiskussie afgerond kan zijn voor 15 juli. De voorzitter meent dat de vraagtekens die naar voren zijn gekomen onder andere hebben te maken met juist die relatie van beleidsbezin- ning via de doelstellingen en de prioriteitstelling van de objecten. De heer Baar heeft spreker iets gerustgesteld dat hij dat niet van el- kaar losmaakt, want dan zou men zich inderdaad kunnen afvragen waar we tot dusver mee bezig zijn geweest als we zomaar aan de objecten kunnen beginnen. Het is geen dogmatische opstelling van het college om aan 15 juli vast te houden. Het is goed als er af en toe signalen komen als men voelt dat data uit het oog worden verloren die beslissend kunnen zijn; dat mag men elkaar natuurlijk niet achteraf tegenwerpen. Dat betekent eenvoudig dat mede op basis van de diskussie in de commis- sie voor algemene bestuurszaken naar voren zai komen in hoeverre de be- groting 1977 r.og kan worden meegenomen - als men tenminste essentiële afspraken blijft naleven - voor de behandeling van meerjarenplanning als eerste werkbegroting in dat kader. Dienovereer.komstig wordt besloten. XX. Begrotingswijziginaen. De voorzitter deel t mede dat de coimiissie voor de gemeentefinanciën zich met de voorsteilen kan verenigen, met dien verstande, dat de com- missie meant dat de afschrijvingstermijn, voorkomende in de 31e wijzi- ging van de algemene dienst, beter op tien jaar kan worden gesteld, hetgeen inmidaels door het college is overgenomen. Wijziging gemeente-begroting 1976, model D, nrs. 31 t/m 37; Wijziging begroting openbare werken 1976, nrs. 3 en 4; Wijziging begroting gasbedrijf 1976, nr. 10. De ontwerp-besluiten worden zonder hoofdelijke stemming vastgesteld. De voorzitter sluit de vergadering te 22.51 uur. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 3c De secretaris, De voorzitter,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1976 | | pagina 29