26 mei 1976
237
15. Schrijven van het. hoofdbestuur van de Alqemene Nederlandse Inva-
liden Bond inzake parkeerproblenen gehandicapten.
Medewerkinq wordt gevraagd bij de totstandkoming van een lande-
lijke ontheffingsregeling van parkeerverboden ten behoeve van ge-
handicapten.
Zoals uit de bijgevoegde "nieuwsbrief" blijkt, heeft de Vereniging
van Nederlandse Gemeenten zich over dit onderwerp tot de Minister
van Verkeer en Waterstaat gewend en daarbij aangedrongen op het
opnemen van een regeling in het Reglement Verkeersreqels en Ver-
keerstekens; in de nieuwsbrief wordt overigens teleurstelling uit-
gesproken over de onzorgvuldige en tot verwarring aanleidinq ge-
vende wijze van benadering van de gemeenteraden door de A.N.I.B.
Burgemeester en wethouders stellen u voor het hoofdbestuur te ant-
woorden dat het resultaat van de bemoeiingen van de V.M.G. zal wor-
den afgewacht.
16. Brief van H.A.Otten, Van Merlenlaan 38, alhier, en anderen, inzake
het verkeer op de Van Merlenlaan.
Adressanten hebben uit publikaties de indruk gekregen dat het ge-
meentebestuur de Van Merlenlaan wil gaan gebruiken ais de grote
zuidelijke oost-west-verkeersader in Heemstede. Zij hebben geen be-
zwaar tegen een redelijke toeneming van het verkeer op die laan,
maar zij vrezen dat van een redelijke verdeling van lasten geen
sprake zal zijn.
Burgemeester en wethouders herinneren eraan dat in het raadsvoor-
stel inzake de tweede fase van het verkeersstructuurplan duidelijk
is gesteid dat naar hun oordeel voor deze laan geen taak is wegge-
legd wat betreft het bieden van soulaas voor het doorgaande ver-
keer; deze laan heeft uitsluitend een functie ten behoeve van het
interne verkeer.
Voorgesteld wordt adressanten gemotiveerd te doen antwoorden dat
voor hun vrees geen grond bestaat.
17. Brief van G.P.Teeuwen, Heemsteedse Dreef 69, alhier, inzake:
a. de afloop van het proces inzake de opslagloods aan de Havenstraat;
b- aanschrijvinq aan de huurster van die loods betreffende o.m. de
lozing van aardolieproducten oo het gemeenteriool
Burgemeester en wethouders stellen voor het gedeelte van de brief dat
betrekking heeft op het sub a genoemde, voor kennisgeving aan te ne-
men.
Met betrekking tot het onder b vermelde wordt het volgende medeoe-
deeld.
Bij een door een ambtenaar van het Bouw- en Woningtoezicht en de twee
milieucontroleurs op 10 december 1975 ingesteld onderzoek is komen
vast te staan, dat de huurster van de loods Havenstraat 69, een han-
delmaatschappij in aardolieproducten, dieselolie had geloosd op het
gemeenterioolOok bleek toen dat de inrichting qeheel zonder toe-
zicht en voor een ieder t.oegankelijk was, hetgeen voor een dergelij-
ke brandgevaarlijke inricnting beslist ontoelaatbaar is. Verder is
gebleken dat de inrichtirg niet in overeenstemming is met de op 19
mei 1967 verleende vergunning inqevolge de Hinderwet.
Op grond van een en ander hebben burgemeester en wethouders bedoelde
maatschappij bij brief van 20 januari 1976 aangeschreven: