94
zang de voorkeur verdient.
b. Indien de oplossing van een noord-zuid-verbinding oostelijk van
Haarlem niet mogelijk is, dan geven zij de voorkeur aan handha-
ving van de bestaande toestand. Naar het inzicht van adressanten
is niet bewezen dat er naast de bestaande situatie, waarbij het
noord-zuid-verkeer gebruik kan maken van drie dicht naast elkaar
lopende wegen, aan een vierde verbindingsweg behoefte is.
Als bewezen zou kunnen worden dat er wel behoefte aan een vierde
noord-zuid-verbinding bestaat en als de oostelijke route niet
mogelijk zou blijken, dan blijven zij bezwaren maken tegen een
vierbaansweg in een verhoogd tracé langs de spoorbaan en ten de-
le zelfs dubbel verhoogd langs de waterleidingwerken.
c. Het te verwachten verkeer over de voorgesteide weg langs de
spoorbaan zal zeer veel overlast van lawaai en luchtverontrei-
niging veroorzaken en de woonmogelijkheid in de lanen waar on-
dergetekenden wonen aanzienlijk verslechteren.
d. Het verhoogde tracé van de voorziene weq, speciaal het deel
langs de wâterleidingwerken op twee niveaus boven elkaar zal het
uitzicht aanzienlijk verslechteren.
De bezwaarschriften zijn vrijwei nelijkluidend aan die van dr.A.A.
Thiadens e.a. Naar de weerlegging daarvan moge worden venvezen.
T.A.M. Huizing, Grote Houtstraat 42, Haarlem.
Ook adressant maakt bezwaar tegen de voorgenomen wegaanleg ten westen
van de spoorlijn.
Het is voor hem onbegrijpelijk, dat men het noodzakelijk heeft gevon-
den om uitgerekend door dit gebied - zoals het hestemmingsplan al
aangeeft gaat hef hier om natuurgebieden - zonder meer een autosnel-
weg aan te leggen. Hij kan zich nauwelijks voorsteilen, dat men hier-
bij veel aandacht heeft besteed aan eventuele nadelige gevolgen van
een dergelijk rampzalia plan. Speciaal de visuele mi1ieuvervuiling
van een moderne autoweg door dit gebied kan alleen maar verwoestend
zijn en aan het landschap onherstelbare schade aanrichten. Het gaat
hier bovendien ook nog om een landschappelijk bijzonder mooi gebied.
Hij vraagt zich dan ook af, of de olannenmakers die deze weg gepro-
jecteerd hebben, enigszins bekend zfjnmet het gebied ten westen
van de spoorlijn Haarlem-Leiden, anders dan vanaf een landkaart, waar-
op ze zonder veel moeite natuurlijk allerlei strepen kunnen trekken.
Ook uit het feit, dat er op korte afstand al twee bestaande noord-
zuid-verbindingen lopen (de Leidsevaartweg en de Herenweg, die men,
als het tenminste inderdaad zo enorm noodzakelijk is, met enige in-
ventiviteit altijd nog kan aanpassen aan de nieuwe eisen van mees-
tal sterk overtrokken en vaak al achterhaalde toekomstverwachtingen)
zou men de indruk kunnen krijgen, dat men misschien wel wat al te
gemakkelijk strepen zet door belangrijke natuurgebieden, speciaal
als het om autowegen gaat, hoewel het de laatste jaren toch hoe
- 7 -
4e afd.
26 augustus 1976