5. Het is, behoudens het bepaalde in iid 8, verboden zonder of in af- wijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wet- houders (aanlegvergunning) de navoigende werken, voorzover geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden, geen riormale onderhoudswerk- zaamheden zijnde, uit te voeren: a. het aanieggen of verharden van wegen, paden of parkeergelegen- heden; b. het aanbrenqen van andersoortige terreinverhardingen, met uitzon- dering van terrassen in de directe omgeving van gebouwen; c. het aanbrengen van bovengrondse of ondergrondse constructiesin- stallaties of apparatuur, net uitzonderinq van terreinafscheidin- gen met een maximale hoogte van 1,25 m en eenvoudige recreatieve voorzieningen als een bank, afvalbak of weqwijzer, alsmede metuit- zondering van iichtmasten op de in lid 2 bedoelde qronden, welkeop de kaart zijn voorzien van de nadere aanwijzing (n) gedurende de periode tussen 15 november en 1 april; d. het ontqinnen, bodemverlagen of afgraven, ophogen of egaliseren van de gronden; het scheuren van qrasland; e. werken en werkzaamheden, welke wijziqino van de waterhuishoudinq of de grondwaterstand beogen of ten gevolqe hebben; f. het aanbrengen of aanleggen van oeverbeschoeiinqen, kaden of aan- legplaatsen; g. het vellen, rooien of verwijderen van de op deze gronden aanweziqe houtgewassen en andere begroeiing anders dan bij wijze van verzor- ging van deze houtgewassen en andere begroeiing; h. het bebossen van gronden die, ten tijde van het van kracht worden van dit plan, niet als bosgronden konden worden aannemerkt. 6. De werken of werkzaamheden, bedoeld in lid 5, zijn slechts toelaatbaar indien door die werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvan direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen één of meer van de in de leden 1, 2 of 3 genoemde functies en waarden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, ntet dien verstande dat de navolqende werken en werk- zaamheden in ieder geval niet toelaatbaar zijn: a. werken of werkzaamheden ten behoeve van doeleinden als omschreven in artikel 7 lid 2, behoudens het bepaalde in artikel 7 iid 4; b. het lozen of storten van afgedankte voorwerpen, stoffen of produc- ten; c. het aanbrengen van bovenqrondse of onderqrondse constructiesinstai- laties of apparatuur anders dan ten behoeve van transport-, enerqie- of telecommunicatieleidinqen; d. het aanleggen van sportvelden, speelterreinen en oarkeerterreinen op gronden met de bestemming Natuurnebied (N) en Matuurgebied met agra- risch gebruik (NA) op een afstand van meer dan 25.00 m uit de bestaan de en ingevolge lid 4 toelaatbare gebouwen; e. het aanbrenqen van afbeeldingen of tekens voor commerciële doelein- den; f. het winnen van bosstrooisel en mos. - 46 -

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1976 | | pagina 50